6. bekräftigt in diesem Zusammenhang, dass der legislative Ra
hmen der EU auf dem Gebiet der Informationsmedien weiterhin bruchstückhaft ist und deshalb die dringende Notwendigkeit besteht, dass die EU von ihren Befugnissen im Hinblick auf die audiovisuellen Medien, den Wettbewerb, die Telekommunikation, die staatlichen Beihilfen, die Verpflichtungen zur öffentlichen Dienstleistung und die Grundrechte der Bürger Gebrauch macht, um zumindest einen Kern an Mindeststandards festzulegen, deren Beachtung von den Mitgliedstaaten erwartet wird, um die Informationsfreiheit sowie ein angemessenes Maß an Pluralismus zu gewährleisten, zu erhalten un
...[+++]d zu fördern;
6. bevestigt in dit verband dat het wetgevingskader van de EU op het gebied van de media nog steeds gefragmenteerd is en dat de EU haar bevoegdheden derhalve dringend moet aanwenden ten aanzien van audiovisuele media, mededinging, telecommunicatie, overheidssteun, verplichtingen op het gebied van publieke dienstverlening en de grondrechten van de burgers om ten minste de minimumnormen vast te stellen die de lidstaten geacht worden na te leven om de persvrijheid te waarborgen, veilig te stellen en te bevorderen alsmede een adequaat niveau van pluriformiteit;
