3.5.3. Aufhängevorrichtungen für Zwischendecken sowie Apparaturen und andere Hängegegenstände (Leuchten, Belüftungsleitungen, Rohrleitungen, usw) müssen so konzipiert werden, dass sie eine Raumtemperatur von mindestens 100°C aushalten.
3.5.3. De ophangingselementen van de valse plafonds, van apparaten en van de andere opgehangen voorwerpen (verlichtingsapparaten, luchtkokers, kanalisaties, enz) moeten ontworpen zijn om te weerstaan aan een kamertemperatuur van minimum 100 °C.