Die zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten sollten außerdem ausreichende Befugnisse haben, um die in dieser Unionsverordnung enthaltenen Tierzucht- und Abstammungsbestimmungen für Zuchttiere durchzusetzen, einschließlich der Aussetzung der Genehmigung eines Zuchtprogramms oder des Entzugs der Anerkennung eines Zuchtverbands oder Zuchtunternehmens bei einem Verstoß gegen die Bestimmungen dieser Verordnung.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten ook de nodige bevoegdheden hebben om de zoötechnische en genealogische voorschriften inzake fokdieren van deze verordening te handhaven, onder meer door middel van schorsing van de goedkeuring van een fokprogramma of intrekking van de erkenning van een stamboekvereniging of fokkerijgroepering wanneer de voorschriften van deze verordening niet worden nageleefd.