Traduction de « sozialschutz immer » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Basisniveau für Sozialschutz | Mindestniveau für den Sozialschutz | sozialer Basisschutz | Sozialschutzminimum | Sozialschutzsockel
social protection floor | sociale beschermingsvloer

Sozialschutz
sociale bescherming

Regelung des Sozialschutzes
stelsel van sociale bescherming

hochrangige Gruppe Sozialschutz
Groep op hoog niveau sociale bescherming

Europäisches System integrierter Sozialschutz-Statistiken | ESSOSS [Abbr.]
Europees systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming | Essobs [Abbr.]

oppurtunistisch | Erreger | die nicht immer krankheitserregend sind
opportunistisch | toevallig schadelijk

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Immer mehr Arbeitsmarktbeteiligte haben keinen ausreichenden Zugang zum Sozialschutz.
Een groeiend aantal mensen op de arbeidsmarkt heeft onvoldoende toegang tot sociale bescherming.

Würde ein Sozialschutz fehlen, könnten die Armutsquoten bis auf das Doppelte des derzeitigen Stands ansteigen; dessen ungeachtet erhalten immer mehr Menschen entweder unzureichende oder gar keine Leistungen.
Zonder sociale bescherming zouden de armoedecijfers dubbel zo hoog kunnen zijn; niettemin zijn er steeds meer mensen die ofwel inadequate uitkeringen ontvangen, ofwel helemaal niet verzekerd zijn.

Damit wurde unterstrichen, welche zentrale Rolle Beschäftigung und Arbeitsplatzqualität für Armutsbekämpfung und Entwicklung spielen. Zwar konnten bereits einige Fortschritte erzielt werden, doch bezieht immer noch die Hälfte der Arbeitnehmer weltweit ein Einkommen von weniger als zwei Dollar pro Tag, und die Hälfte der Weltbevölkerung verfügt über keinen Sozialschutz[1].
Op die manier is gewezen op de essentiële rol van arbeid en arbeidskwaliteit in de strijd tegen armoede en voor ontwikkeling: ondanks enige vooruitgang heeft de helft van de werknemers wereldwijd een inkomen van minder dan twee dollar per dag en geniet de helft van de wereldbevolking geen enkele vorm van sociale bescherming[1].

Q. in der Erwägung, dass das Ausmaß der Armut seit dem Jahr 2007 zugenommen hat und derzeit 24,2 % der EU-Bevölkerung von Armut oder sozialer Ausgrenzung gefährdet sind; in der Erwägung, dass die Ausgaben für Sozialschutz in beinahe allen Mitgliedstaaten zurückgegangen sind und dass laut dem Ausschuss für Sozialschutz immer mehr Menschen von Einkommensarmut, Kinderarmut, medizinischen Versorgungslücken, schwerer materieller Unterversorgung und sozialer Ausgrenzung bedroht sind;
Q. overwegende dat de armoedecijfers sinds 2007 zijn blijven stijgen, zodat momenteel 24,2% van de EU-bevolking wordt bedreigd door armoede of sociale uitsluiting; overwegende dat de uitgaven voor sociale bescherming in bijna alle lidstaten zijn teruggebracht en overwegende dat het Comité voor sociale bescherming (SPC) ervoor waarschuwt dat steeds meer mensen worden geconfronteerd met het risico op inkomensarmoede, kinderarmoede, onvervulde medische behoeften, ernstige materiële ontbering en sociale uitsluiting;

in der Erwägung, dass das Ausmaß der Armut seit dem Jahr 2007 zugenommen hat und derzeit 24,2 % der EU-Bevölkerung von Armut oder sozialer Ausgrenzung gefährdet sind; in der Erwägung, dass die Ausgaben für Sozialschutz in beinahe allen Mitgliedstaaten zurückgegangen sind und dass laut dem Ausschuss für Sozialschutz immer mehr Menschen von Einkommensarmut, Kinderarmut, medizinischen Versorgungslücken, schwerer materieller Unterversorgung und sozialer Ausgrenzung bedroht sind;
overwegende dat de armoedecijfers sinds 2007 zijn blijven stijgen, zodat momenteel 24,2% van de EU-bevolking wordt bedreigd door armoede of sociale uitsluiting; overwegende dat de uitgaven voor sociale bescherming in bijna alle lidstaten zijn teruggebracht en overwegende dat het Comité voor sociale bescherming (SPC) ervoor waarschuwt dat steeds meer mensen worden geconfronteerd met het risico op inkomensarmoede, kinderarmoede, onvervulde medische behoeften, ernstige materiële ontbering en sociale uitsluiting;

A. in der Erwägung, dass 116 Millionen Personen in der Europäischen Union armutsgefährdet sind und dass 42 Millionen (8 %) „gravierender materieller Deprivation ausgesetzt sind und sich eine Reihe von Gütern nicht leisten können, die in Europa Voraussetzung für einen angemessenen Lebensstandard sind“ ; in der Erwägung, dass Armut auf unannehmbare Weise die ungleiche Verteilung der Reichtümer, der Einkommen und der Ressourcen innerhalb einer gedeihenden EU-Wirtschaft widerspiegelt; in der Erwägung, dass die am meisten gefährdeten Bevölkerungsgruppen, wie zum Beispiel ältere Menschen und Menschen mit Behinderungen, am stärksten von der Finanz-, Wirtschafts- und Sozialkrise betroffen sind, in der Erwägung, dass Beschäftigung und Sozialschutz von den bereits ergriffenen oder noch zu ergreifenden Sparmaßnahmen in der Europäischen Union unberührt bleiben müssen, damit sich die Situation bedürftiger Menschen insbesondere aufgrund von Mittelkürzungen in den Bereichen öffentliche Dienste und Sozialleistungen nicht weiter verschärft und Millionen Menschen vor Arbeitslosigkeit, Unsicherheit und Armut bewahrt bleiben, die bisher in der Lage waren, mit ihrer Arbeit oder ihrer Altersrente ihr Überleben oder ihren Lebensunterhalt und ihre Existenz zu sichern, in der Erwägung, dass die Schwierigkeiten, denen bedürftige Menschen gegenüberstehen, aufgrund der Verschärfung der Auflagen und Sanktionen in Bezug auf Unterstützungsmaßnahmen im sozialen Bereich als Reaktion auf die Krise weiter zunehmen, während nur wenige menschenwürdige Arbeitsplätze zur Verfügung stehen; in der Erwägung, dass sich die Schere zwischen Arm und Reich im Zuge der Krise immer weiter öffnet;
A. overwegende dat 116 miljoen mensen in de Europese Unie een armoederisico lopen en 42 miljoen (dat wil zeggen 8 %) "in ernstige mate te lijden [hebben] onder materiële deprivatie en [.] zich een aantal behoeften die in Europa onmisbaar worden geacht voor een menswaardig bestaan niet [kunnen] veroorloven"; overwegende dat armoede de onaanvaardbare afspiegeling is van een ongelijke verdeling van de rijkdommen, inkomsten en middelen binnen een welvarende Europese economie; overwegende dat de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals ouderen en personen met een handicap, het ergst door de financiële, economische en sociale crisis zijn getroffen; overwegende dat de genomen of te nemen bezuinigingsmaatregelen in de Europese Unie de werkgelegenheid en de sociale bescherming niet in het gedrang mogen brengen, de situatie van de meest kansarmen niet erger mogen maken en miljoenen mensen die er nu nog in slagen door hun werk of pensioenuitkering te overleven of in hun behoeften en hun bestaan te voorzien, niet met werkloosheid, bestaansonzekerheid of armoede mogen bedreigen, in het bijzonder door het knippen in de begroting van overheidsdiensten en de socialebijstandsuitkeringen; overwegende dat door de verharding van de voorwaarden en de sancties in het sociaal activeringsbeleid als antwoord op de crisis de meest kwetsbaren verder in moeilijkheden komen, terwijl er weinig behoorlijk werk wordt aangeboden; overwegende dat de kloof tussen arm en rijk in de loop van de crisis steeds groter wordt;

A. in der Erwägung, dass 116 Millionen Personen in der Europäischen Union armutsgefährdet sind und dass 42 Millionen (8 %) „gravierender materieller Deprivation ausgesetzt sind und sich eine Reihe von Gütern nicht leisten können, die in Europa Voraussetzung für einen angemessenen Lebensstandard sind“ ; in der Erwägung, dass Armut auf unannehmbare Weise die ungleiche Verteilung der Reichtümer, der Einkommen und der Ressourcen innerhalb einer gedeihenden EU-Wirtschaft widerspiegelt; in der Erwägung, dass die am meisten gefährdeten Bevölkerungsgruppen, wie zum Beispiel ältere Menschen und Menschen mit Behinderungen, am stärksten von der Finanz-, Wirtschafts- und Sozialkrise betroffen sind, in der Erwägung, dass Beschäftigung und Sozialschutz von den bereits ergriffenen oder noch zu ergreifenden Sparmaßnahmen in der Europäischen Union unberührt bleiben müssen, damit sich die Situation bedürftiger Menschen insbesondere aufgrund von Mittelkürzungen in den Bereichen öffentliche Dienste und Sozialleistungen nicht weiter verschärft und Millionen Menschen vor Arbeitslosigkeit, Unsicherheit und Armut bewahrt bleiben, die bisher in der Lage waren, mit ihrer Arbeit oder ihrer Altersrente ihr Überleben oder ihren Lebensunterhalt und ihre Existenz zu sichern, in der Erwägung, dass die Schwierigkeiten, denen bedürftige Menschen gegenüberstehen, aufgrund der Verschärfung der Auflagen und Sanktionen in Bezug auf Unterstützungsmaßnahmen im sozialen Bereich als Reaktion auf die Krise weiter zunehmen, während nur wenige menschenwürdige Arbeitsplätze zur Verfügung stehen; in der Erwägung, dass sich die Schere zwischen Arm und Reich im Zuge der Krise immer weiter öffnet;
A. overwegende dat 116 miljoen mensen in de Europese Unie een armoederisico lopen en 42 miljoen (dat wil zeggen 8 %) „in ernstige mate te lijden [hebben] onder materiële deprivatie en [.] zich een aantal behoeften die in Europa onmisbaar worden geacht voor een menswaardig bestaan niet [kunnen] veroorloven” ; overwegende dat armoede de onaanvaardbare afspiegeling is van een ongelijke verdeling van de rijkdommen, inkomsten en middelen binnen een welvarende Europese economie; overwegende dat de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals ouderen en personen met een handicap, het ergst door de financiële, economische en sociale crisis zijn getroffen; overwegende dat de genomen of te nemen bezuinigingsmaatregelen in de Europese Unie de werkgelegenheid en de sociale bescherming niet in het gedrang mogen brengen, de situatie van de meest kansarmen niet erger mogen maken en miljoenen mensen die er nu nog in slagen door hun werk of pensioenuitkering te overleven of in hun behoeften en hun bestaan te voorzien, niet met werkloosheid, bestaansonzekerheid of armoede mogen bedreigen, in het bijzonder door het knippen in de begroting van overheidsdiensten en de socialebijstandsuitkeringen; overwegende dat door de verharding van de voorwaarden en de sancties in het sociaal activeringsbeleid als antwoord op de crisis de meest kwetsbaren verder in moeilijkheden komen, terwijl er weinig behoorlijk werk wordt aangeboden; overwegende dat de kloof tussen arm en rijk in de loop van de crisis steeds groter wordt;

11. ist der Auffassung, daß die europäischen Beschäftigungsleitlinien die Notwendigkeit der Qualität der geschaffenen Arbeitsplätze berücksichtigen müssen, um das Aufkommen minderwertiger Arbeitsplätze zu verhindern und die Schaffung von Dauerarbeitsplätzen zu fördern, das Aufkommen sogenannter "Working Poor“ zu verhüten und der Notwendigkeit der Schaffung eines wirtschaftlich nachhaltigen Sozialschutzes Rechnung zu tragen, der jedoch immer die in den einzelnen Mitgliedstaaten bereits erworbenen Rechte respektiert;
11. is van oordeel dat in de Europese werkgelegenheidsrichtlijnen rekening moet gehouden worden met de behoefte aan kwaliteit bij de banen die worden geschapen om te voorkomen dat er tweederangs werkgelegenheid ontstaat en om de schepping van blijvende arbeidsplaatsen in de hand te werken, het ontstaan van zogenaamde "working poor” tegen te gaan en vindt dat onder meer ook rekening moet worden gehouden met de eis in economische zin duurzame sociale beschermingsstelsels in het leven te roepen, die wel altijd de rechten eerbiedigen die al in de verschillende lidstaten verworven zijn;