19. ist der Auffassung, dass der Flüchtlingsfonds (Rubrik 3) nicht gekürzt und nicht zur Finanzierung von Programmen für eine zwangsweise Rückführung genutzt werden sollte, und dass freiwillige Rückkehrprogramme aus der Haushaltslinie für die Zusammenarbeit mit Drittstaaten im Bereich Migration (Rubrik 4) finanziert werden sollten, solange keine eindeutige
Rechtsgrundlage für Rückkehrprogramme existiert; bekräftigt, dass es derzeit keine Grundlage gibt, die eine Finanzierung von Ausweisungen durch die Europäische Union rechtfertigen würde, und dass deshalb die verschiedenen Maßnahmen gemäß dem Subsidiaritätsprinzip aus den nationalen Ha
...[+++]ushalten finanziert werden können; 19. is van mening dat het vluchtelingenfonds (rubriek 3) niet mag worden gekort en niet voor programma's voor gedwongen terugkeer mag worden gebruikt en dat programma's voor vrijwillige terugkeer moeten worden gefinancierd uit de begrotingslijn voor samenwerking met derde landen op het gebied van migratie (rubriek 4), zolang een deugdelijke rechtsgrondslag voor terugkeerprogramma's ontbreekt; onderstreept dat er momenteel geen basis voorhanden is voor EU-middelen voor het financieren van uitzettingen en dat alle maatregelen derhalve op grond van het subsidiariteitsbeginsel uit de nationale begrotingen moeten worden gefinancierd;
