Traduction de « landwirtschaftliche tätigkeiten » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

als Dienstleistungen gelten insbesondere:a)gewerbliche Tätigkeiten,b)kaufmännische Tätigkeiten,c)handwerkliche Tätigkeiten,d)freiberufliche Tätigkeiten
diensten omvatten met name werkzaamheden:a) van industriële aard,b) van commerciële aard,c) van het ambacht,d) van de vrije beroepen

landwirtschaftliche Genossenschaft [ landwirtschaftliche Kooperative | landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaft | landwirtschaftliche Vertriebsgenossenschaft | landwirtschaftliche Zuchtgenossenschaft | LPG | Milchgenossenschaft | Winzergenossenschaft ]
landbouwcoöperatie [ landbouwdistributiecoöperatie | landbouwproductiecoöperatie | landbouwteeltcoöperatie | melkcoöperatie | wijnbouwcoöperatie ]

landwirtschaftliche Betriebsfläche [ landwirtschaftliche Betriebsgröße | landwirtschaftliche Fläche ]
bedrijfsoppervlakte [ landbouwoppervlakte | omvang van de landbouwonderneming ]

landwirtschaftliche Ausrüstung [ landwirtschaftliche Betriebsmittel | landwirtschaftliches Geräte- und Maschinenkapital | landwirtschaftliches Investitionsgut ]
landbouwmateriaal [ dode have | landbouwwerktuigen ]

kundenseitige Tätigkeiten organisieren | den Frontbetrieb leiten | Tätigkeiten gegenüber Kundinnen und Kunden organisieren
bij de klantenservice werken | de receptie aansturen | reserveringen beheren

Tätigkeiten im Bereich des Agrotourismus organisieren | Tätigkeiten im Bereich des Landtourismus organisieren
agrotoeristische activiteiten beheren

Tätigkeiten von Lebensmittelbetrieben planen | Tätigkeiten von Nahrungsmittelbetrieben planen
productiewerkzaamheden voor levensmiddelenfabrieken plannen

in der Landwirtschaft tätige Erwerbsbevölkerung | landwirtschaftliche Erwerbsbevölkerung | landwirtschaftliche Erwerbspersonen | landwirtschaftliche Erwerbstätige
in de landbouw werkzame beroepsbevolking

Technisches Zentrum für landwirtschaftliche und ländliche Zusammenarbeit | Technisches Zentrum für Zusammenarbeit in der Landwirtschaft und im ländlichen Bereich | Zentrum für landwirtschaftliche Entwicklung | TZL [Abbr.]
Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling | TCL [Abbr.]

landwirtschaftliches Gebiet
agrarisch gebied

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

deren landwirtschaftliche Tätigkeiten nur einen unwesentlichen Teil ihrer gesamten wirtschaftlichen Tätigkeiten ausmachen und/oder
van wie de landbouwactiviteiten slechts een onaanzienlijk deel uitmaken van hun totale economische activiteiten; en/of

Angesichts des Potenzials nichtlandwirtschaftlicher Tätigkeiten zur Diversifizierung der Einkünfte landwirtschaftlicher Betriebe und zur Vitalität ländlicher Gebiete beizutragen, gilt eine landwirtschaftliche Fläche eines Betriebs, die auch für nichtlandwirtschaftliche Tätigkeiten genutzt wird, als beihilfefähig, vorausgesetzt sie wird hauptsächlich für landwirtschaftliche Tätigkeiten genutzt.
Aangezien het potentieel aan niet-landbouwactiviteiten kan bijdragen tot inkomensdiversificatie van landbouwbedrijven en tot de leefbaarheid van plattelandsgebieden, dient een landbouwareaal van een bedrijf dat ook voor niet-landbouwactiviteiten wordt gebruikt, als subsidiabel te worden beschouwd, op voorwaarde dat het overwegend voor landbouwactiviteiten wordt gebruikt.

Die Erfahrung bei der Anwendung der Betriebsprämienregelung hat gezeigt, dass eine entkoppelte Einkommensstützung in mehreren Fällen Begünstigten gewährt wurde, deren landwirtschaftliche Tätigkeiten nur einen unwesentlichen Teil ihrer gesamten wirtschaftlichen Tätigkeiten ausmachten oder deren Geschäftszweck nicht oder nur marginal darin bestand, eine landwirtschaftliche Tätigkeit auszuüben.
Uit de ervaring met de toepassing van de bedrijfstoeslagregeling is gebleken dat de ontkoppelde inkomenssteun in sommige gevallen werd toegewezen aan begunstigden wier landbouwactiviteiten slechts een onbeduidend deel van hun totale economische activiteit uitmaakten of wier zakelijk doel niet of nauwelijks gericht was op de uitoefening van een landbouwactiviteit.

Abschnitt 3 - Beihilfefähigkeit des Antragstellers und des Betriebs Art. 33 - Um Anspruch auf die Investitionsbeihilfe zu haben, muss der Antragsteller als natürliche Person bzw. Vereinigung von natürlichen Personen am Datum der Einreichung des Beihilfeantrags die folgenden Bedingungen erfüllen: 1° eine ausreichende Qualifikation nachweisen, die der entspricht, die für die Investitionsbeihilfe verlangt wird; 2° ein jährliches steuerpflichtiges Gesamtbruttoeinkommen, das mehr als fünfunddreißig Prozent des eigenen in Artikel 8 definierten jährlichen, aus der Berufstätigkeit entstehenden Gesamteinkommens ausmacht, aus den folgenden Tätigkeiten beziehen: a) auf dem betreffenden Betriebssitz ausgeübte landwirtschaftliche Tätigkeiten; b) auf dem betreffenden Betriebssitz ausgeübte touristische Tätigkeiten; c) auf dem betreffenden Betriebssitz ausgeübte pädagogische Tätigkeiten; d) auf dem betreffenden Betriebssitz ausgeübte handwerkliche Tätigkeiten; e) forstwirtschaftliche Tätigkeiten; f) Umwelterhaltungstätigkeiten, insoweit diese Erhaltungstätigkeiten öffentlich gefördert werden; 3° den beruflichen Tätigkeiten außerhalb des Betriebs weniger als 1 170 Stunden pro Jahr widmen; 4° nebenberuflich oder hauptberuflich als selbstständiger Landwirt bei einer Sozialversicherungskasse angemeldet sein und ordnungsgemäß Beiträge gezahlt haben; 5° den Beweis erbringen, dass der Betrieb die Normen für die Lagerkapazitäten der Tierzuchtabwässer und einen Anteil der Bodengebundenheit von höchstens 1 einhält; 6° den Beweis erbringen, dass das Einkommen aus den Betriebsaktivitäten vor Tätigung der Investition eine untere Wirtschaftlichkeitsgrenze einhält und den Höchstbetrag nicht überschreitet; 7° beim Abschluss der Investition eine Wirtschaftlichkeitsgrenze erreichen; 8° aktiver Landwirt sein im Sinne von Artikel 9 der Verordnung Nr. 1307/2013, so wie er durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 12. Februar 2015 zur Ausführung der Direktzahlungsregelung zugunsten d ...
Afdeling 3. - Subsidiabiliteit van de aanvrager en van het bedrijf Art. 33. Om aanspraak te maken op investeringssteun, vervult de aanvrager, natuurlijke persoon of groepering van natuurlijke personen, op de datum van indiening van de steunaanvraag, de volgende voorwaarden : 1° bewijzen dat hij beschikt over een voldoende kwalificatie, zoals die vereist voor vestigingssteun; 2° een belastbaar totaal bruto-inkomen vergaren dat hoger is dan vijfendertig procent van het bedrag van zijn globale jaarinkomen uit de beroepsactiviteit, zoals bedoeld in artikel 8, uit : a) landbouwactiviteiten uitgeoefend op de locatie van bedoeld bedrijf; b) toeristische activiteiten uitgeoefend op de locatie van bedoeld bedrijf; c) pedagogische activiteiten uitgeoefend op de locatie van bedoeld bedrijf; d) ambachtelijke activiteiten uitgeoefend op de locatie van bedoeld bedrijf; e) bosbouwactiviteiten; f) activiteiten inzake het onderhoud van de natuurlijke ruimte voor zover ze voor overheidssteun in aanmerking komen; 3° minder dan 1 170 uren per jaar besteden aan beroepsactiviteiten buiten het bedrijf; 4° als zelfstandige landbouwer in bij- of hoofdberoep aangegeven zijn bij een sociale verzekeringskas en zijn bijdrage betaald hebben; 5° bewijzen dat het bedrijf voldoet aan de capaciteitsnormen voor de opslag van teelteffluenten en aan een grondgebondenheidscijfer kleiner dan of gelijk aan één; 6° bewijzen dat het inkomen uit de activiteiten van het bedrijf voor de investering aan een minimale leefbaarheidsgrens voldoet en de bovengrens niet overschrijdt; 7° een leefbaarheidsgrens bereiken na investering; 8° een actieve landbouwer zijn in de zin van artikel 9 van verordening nr. 1307/2013, zoals uitgevoerd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 février 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers.

KAPITEL V - Nicht landwirtschaftliche Diversifizierungsbeihilfe Abschnitt 1 - Zulässigkeit des Antrags, Beihilfefähigkeit des Antragstellers und des Betriebs, Höhe der Beihilfen und Auswahlkriterien Art. 46 - Ein Antragsteller kann auch eine Beihilfe für die Diversifizierung hin zu nicht landwirtschaftliche Tätigkeiten erhalten, nachstehend nicht landwirtschaftliche Diversifizierungsbeihilfe genannt.
HOOFDSTUK V. - Steun voor niet-agrarische diversificatie Afdeling 1. - Ontvankelijkheid van de aanvraag, toelaatbaarheid van de aanvrager en van het bedrijf, steunniveaus en selectiecriteria Art. 46. Een aanvrager kan ook steun genieten voor de diversificatie naar niet-agrarische activiteiten, hierna niet-agrarische diversificatie.

1° landwirtschaftliche Tätigkeiten und Erzeugnisse;
1° de landbouwactiviteiten en de landbouwproducten;

9° die Orientierung, die Förderung, die Entwicklung und die Betreuung der landwirtschaftlichen Tätigkeit hin zu einer Landwirtschaft mit erweiterten Zielsetzungen, einschließlich einer Landwirtschaft, die nicht-landwirtschaftliche Tätigkeiten in ihre gesamten Aufgabenbereiche integriert;
9° de oriëntatie, de bevordering, de ontwikkeling en de begeleiding van de landbouwactiviteiten in de richting van een landbouw met verbrede doelstelling, met inbegrip van een landbouw die niet-landbouwactiviteiten opneemt binnen zijn takenpakket;

(2) Eine "beihilfefähige Fläche" ist jede landwirtschaftliche Fläche des Betriebs, die als Ackerland oder Dauergrünland genutzt wird, ausgenommen die für Dauerkulturen, Wälder oder nicht landwirtschaftliche Tätigkeiten genutzten Flächen.
2. Onder "subsidiabele hectare" wordt verstaan welke landbouwgrond ook van het bedrijf in de vorm van bouwland en blijvend grasland met uitzondering van de grond die voor blijvende teelten, als bosgrond of voor niet-landbouwactiviteiten in gebruik was.

(2) Abweichend von Artikel 44 Absatz 2 bedeutet "für einen Zahlungsanspruch bei Flächenstilllegung in Betracht kommende Hektarfläche" jede landwirtschaftliche Fläche des Betriebs, die aus Ackerland besteht, mit Ausnahme von Flächen, die zu dem Zeitpunkt, der für die für 2003 gestellten Beihilfenanträge "Flächen" vorgesehen ist, für Dauerkulturen, Wälder oder nicht landwirtschaftliche Tätigkeiten oder als Dauergrünland genutzt wurden.
2. In afwijking van artikel 44, lid 2, wordt onder "hectare die in aanmerking komt voor een braakleggingstoeslagrecht" verstaan, welk bouwland van het bedrijf ook, met uitzondering van de grond die op de voor de aanvragen van oppervlaktesteun voor 2003 vastgestelde datum voor blijvende teelten, als bosgrond, voor niet-landbouwactiviteiten of als blijvend grasland in gebruik was.