31. räumt ein, dass trotz der Tatsache, da
ss die finanziellen Aufwendungen im Rahmen der Fischereiabkommen einen wesentlichen Teil des Gesamthaushalts einiger Drittl
änder ausmachen, zu denen noch die Investitionen der Reeder und die – auch finanzielle – Entwicklungshilfe der Mitgliedstaaten auf bilateraler Ebene hinzuzurechnen sind, die Hilfe für eine nachhaltige Entwicklung nicht allein von der Gemeinsam
en Fischereipolitik geleistet werden ...[+++] kann und es notwendig ist, die anderen Gemeinschaftspolitiken einzubeziehen, insbesondere die Entwicklungspolitik, um politische und sozioökonomische Bedingungen zu schaffen, die diese Länder in die Lage versetzen, durch administrative und finanzielle Anstrengungen das Potenzial ihrer biologischen Rohstoffe vollständig und nachhaltig ausschöpfen zu können;
31. Erkent dat, ondanks het feit dat de financiële tegenprestaties in het kader van de visserijovereenkom
sten een essentieel deel van de totale begroting van sommige derde landen zijn gaan uitmaken waarbij de investeringen van de scheepseigenaren en de - ook financiële - medewerking van de lidstaten in bilate
raal verband moeten worden opgeteld, de medewerking ten behoeve van duurzame ontwikkeling niet alleen van het gemeenschappelijk visserijbeleid kan komen, maar dat ook de overige communautaire beleidsterreinen, met name ontwikkelin
...[+++]gssamenwerking, erbij moeten worden betrokken om de politieke en sociaaleconomische voorwaarden te creëren die deze landen in staat stellen via administratieve en financiële inspanningen het potentieel van hun natuurlijke biologische rijkdommen volledig en op duurzame wijze te benutten;