Zur dritten Behauptung, die die Dumping- und Preisunterbietungsspannen betrifft, ist anzumerken, dass für beide Länder Dumpingspannen über der Geringfügigkeitsschwelle gemäß Artikel 3 Absatz 4 Buchstabe a der Grundverordnung ermittelt und — ebenfalls für beide Länder — eine Preisunterbietung festgestellt wurde.
Wat de derde bewering, over de dumping- en de prijsonderbiedingsmarge, betreft, moet worden opgemerkt dat voor beide landen een dumpingmarge boven de de minimis-drempel is vastgesteld, zoals wordt verlangd in voorwaarde a) van artikel 3, lid 4, van de basisverordening, en dat er voor beide landen sprake bleek te zijn van prijsonderbieding.