(2) Die Mitgliedstaaten führen eine Ex-ante-Bewertung des operationellen Programms durch, bei der sie den Grundsatz der Verhältnismäßigkeit und die nach dem Verfahren des Artikels 47 Absatz 5 festzulegenden Methoden und Standards beachten.
2. De lidstaten verrichten een evaluatie vooraf van het operationele programma in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel en conform de evaluatiemethoden en -normen die worden vastgesteld volgens de in artikel 47, lid 5, bedoelde procedure.