Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «frist anfechtung einer lügnerischen » (Allemand → Néerlandais) :

In Artikel 16 des Gesetzes vom 1. Juli 2006 zur Abänderung der Bestimmungen des Zivilgesetzbuches mit Bezug auf die Feststellung der Abstammung und deren Wirkungen wurden für die Anfechtung einer väterlichen Anerkennung kurze Ausschlussfristen und eine begrenzte Anzahl Anspruchsberechtigter vorgesehen, während alle Interessehabenden unter der Geltung der früheren Regelung über eine Frist von dreißig Jahren verfügten, die ab der Erstellung der Anerkennungsurkunde lief.

Artikel 16 van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan heeft voor de betwisting van een vaderlijke erkenning in korte vervaltermijnen en in een beperkt aantal titularissen voorzien, terwijl alle belanghebbenden onder de vroegere regeling beschikten over een termijn van dertig jaar die liep vanaf het opmaken van de erkenningsakte.


Die vorerwähnten Entscheide beziehen sich auf die einjährige Frist, wenn die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, oder von der Person, die das Kind anerkannt hat, eingereicht wird, nicht aber in dem Fall, dass eine solche Klage vom Kind eingereicht wird.

De voormelde arresten hebben betrekking op de termijn van één jaar wanneer de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning wordt ingesteld door de persoon die de afstamming opeist of door de persoon die het kind heeft erkend, maar niet wanneer zulk een vordering door het kind wordt ingesteld.


Der vorlegende Richter möchte vernehmen, ob Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern darin dem Kind im Alter von über 22 Jahren zur Einreichung einer Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung eine Frist von einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass die Person, die es anerkannt habe, nicht sein Vater sei, auferlegt werde, un ...[+++]

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend zijn vader niet is om een vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning in te stellen en zulks in de hypothese ...[+++]


Die vorerwähnten Entscheide beziehen sich auf die einjährige Frist, wenn die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, oder von der Person, die das Kind anerkannt hat, eingereicht wird, nicht aber in dem Fall, dass eine solche Klage vom Kind eingereicht wird.

De voormelde arresten hebben betrekking op de termijn van één jaar wanneer de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning wordt ingesteld door de persoon die de afstamming opeist of door de persoon die het kind heeft erkend, maar niet wanneer zulk een vordering door het kind wordt ingesteld.


Bei einer etwaigen Anfechtung der Forderung oder des Titels beginnt die Frist jedoch erst ab dem Zeitpunkt, zu dem der Mitgliedstaat der ersuchenden Partei feststellt, dass die Forderung oder der Vollstreckungstitel unanfechtbar geworden sind.

In gevallen waarin de schuldvordering of de titel wordt betwist, wordt de termijn evenwel berekend vanaf het tijdstip waarop de lidstaat van de verzoekende partij vaststelt dat de schuldvordering of executoriale titel van de schuldvordering niet langer kan worden betwist.


Angesichts des Textes der fraglichen Bestimmung einerseits und des in B.3.1 und B.3.2 Erwähnten andererseits darf für denjenigen, der die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, die Frist zur Anfechtung einer lügnerischen Anerkennung erst beginnen, wenn er entdeckt hat, dass er der Vater des Kindes ist, und nachdem diese lügnerische Anerkennung erfolgt ist.

Gelet op de tekst van de in het geding zijnde bepaling, enerzijds, en op wat werd uiteengezet in B.3.1 en B.3.2, anderzijds, mag, voor de persoon die de afstamming opeist, de termijn om een leugenachtige erkenning te betwisten pas ingaan wanneer hij heeft ontdekt dat hij de vader is van het kind en pas nadat die leugenachtige erkenning heeft plaatsgevonden.


- er zu einer Ungleichheit führt zwischen der Anfechtung der väterlichen Anerkennung durch den Mann, der die Vaterschaft eines unter der Geltung des alten Abstammungsgesetzes geborenen Kindes für sich in Anspruch nimmt und dessen Klagerecht auf ein Jahr nach dem Inkrafttreten dieses Gesetzes beschränkt ist, ungeachtet des Zeitpunktes, an dem er die Anerkennung des Kindes durch einen anderen Mann zur Kenntnis genommen hat, und der Anfechtung der väterlichen Anerkennung durch den Mann, der die V ...[+++]

- het een ongelijkheid in het leven roept tussen de betwisting van de vaderlijke erkenning door de man die het vaderschap opeist van een kind geboren onder de oude afstammingswet en wiens vorderingsrecht beperkt is tot één jaar na de inwerkingtreding van die wet, ongeacht het tijdstip van de kennisname van de erkenning van het kind door een andere man, en de betwisting van de vaderlijke erkenning door de man die het vaderschap opeist van een kind geboren onder de nieuwe wet voor wie de termijn - gelet op het op dit punt ongrondwettelijk bevonden artikel 330 § 1 lid 4 B.W. - slechts kan aanvangen vanaf het tijdstip dat hij heeft kennis kunnen nemen van het feit dat de be ...[+++]


Zur Lösung einer dem Rat unterbreiteten Anfechtung kann der Rat dem genehmigenden Verwaltungsorgan in jedem Stand des Verfahrens mit einem Zwischenentscheid die Möglichkeit bieten, innerhalb der durch den Rat festgelegten Frist eine Regelwidrigkeit in der angefochtenen Entscheidung zu beheben oder beheben zu lassen, es sei denn, dass Betroffene im Sinne von Artikel 4.8.11 dadurch unverhältnismäßig benachteiligt werden könnten.

Ter oplossing van een voor de Raad gebrachte betwisting kan de Raad het vergunningverlenende bestuursorgaan in elke stand van het geding met een tussenuitspraak de mogelijkheid bieden om binnen de termijn die de Raad bepaalt een onregelmatigheid in de bestreden beslissing te herstellen of te laten herstellen, tenzij belanghebbenden, vermeld in artikel 4.8.11, daardoor onevenredig kunnen worden benadeeld.


« Verstößt Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem er möglicherweise zu einer Ungleichheit führt zwischen der Anfechtung der Vaterschaft des Ehemannes durch die Mutter (Anfang der Frist bei der Geburt des Kindes) und der Anfechtung der Vaterschaft des Ehemannes durch den Ehemann (Anfang bei der Entdeckung der Tatsache, ...[+++]

« Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, waar het mogelijk een ongelijkheid creëert tussen de betwisting van het vaderschap van de echtgenoot door de moeder (startpunt termijn geboorte van het kind) en de betwisting van het vaderschap van de echtgenoot door de echtgenoot (startpunt ontdekking van het feit dat hij niet vader is) en de biologische vader (startpunt ontdekking v ...[+++]


B.23.3. Die fragliche Bestimmung führt keinen absoluten Grund der Unzulässigkeit der Klage auf Anfechtung einer Vaterschaftsanerkennung ein, sondern legt eine Frist zum Einreichen einer Klage auf Anfechtung der Vaterschaft fest, was gerechtfertigt ist durch das Bemühen, Rechtssicherheit und eine endgültige Beschaffenheit der Familienbeziehungen zu gewährleisten.

B.23.3. De in het geding zijnde bepaling stelt geen absolute grond van niet-ontvankelijkheid in voor de vordering tot betwisting van een erkenning van het vaderschap, maar stelt een termijn vast voor het instellen van een vordering tot betwisting van het vaderschap, wat wordt verantwoord door de zorg om de rechtszekerheid en een definitief karakter van de familiale relaties te waarborgen.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'frist anfechtung einer lügnerischen' ->

Date index: 2024-11-10
w