De Commis
sie heeft een groep verticale overeenkomsten bepaald, waarvan zij aanneemt dat die in de regel voldoen aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, van het Verdrag, en heeft daartoe Verordening (EU) nr. 330/2010 van de Commissie van 20 april 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en o
nderling afgestemde feitelijke gedragingen (3) vastgesteld, waarbij Verordening (EG) nr. 2790/1999 van de Commissie (4) wordt ingetrokke
...[+++]n.