Traduction de «freigestellt somit » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

gilt als von dem Verbot freigestellt
geacht worden van het verbod te zijn vrijgesteld

freigestellter Schülerverkehr
schoolbusvervoer

freigestellter landwirtschaftlicher Boden
voor verkoop beschikbare landbouwgrond

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

85. Einem WTO-Mitglied, das Verpflichtungen im Zusammenhang mit Dienstleistungen von allgemeinem Interesse eingegangen ist, ist es somit freigestellt, ob und in welchem Umfang inländische Subventionen ausländischen Dienstleistungsanbietern, die Marktzugang zu diesen Dienstleistungen erhalten, gewährt werden.
85. Een WTO-lid dat verbintenissen ten aanzien van diensten van algemeen belang is aangegaan kan daarom zelf beslissen of en in welke mate binnenlandse subsidies aan buitenlandse dienstverleners, die markttoegang tot deze diensten hebben, worden toegekend.

Im Rahmen der Verordnung 994/98, welche die Europäische Kommission ermächtigt, bestimmte Arten staatlicher Beihilfen von der Anmeldepflicht freizustellen, sollen nun auch Beihilfen zur Schaffung von Arbeitsplätzen und Beihilfen zur Förderung der Einstellung benachteiligter und behinderter Arbeitnehmer freigestellt und somit die Verwaltungsverfahren vereinfacht werden.
In het kader van Verordening 994/98 waarbij de Commissie kan besluiten bepaalde categorieën steunmaatregelen vrij te stellen van de aanmeldingsplicht, stelt deze verordening de steun gericht op het scheppen van werkgelegenheid en het in dienstnemen van kansarme en gehandicapte personen daarvan vrij, teneinde de administratieve procedures te vereenvoudigen.

« Verstösst Artikel 35 des Gesetzes vom 28. April 1953 über die Organisation des Universitätswesens gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er ohne Unterschied auf die vollzeitlich ernannten Lehrkräfte Anwendung findet und ihnen somit ein Recht auf Entlohnung entzieht, ohne zwischen denjenigen zu unterscheiden, die im Dienst sind, und denjenigen, die vom Dienst freigestellt sind?
« Schendt artikel 35 van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het zonder onderscheid van toepassing zou zijn op de voltijds benoemde leerkrachten, en hen aldus een recht op bezoldiging zou ontzeggen, zonder een onderscheid te maken tussen diegenen die in dienst zijn en diegenen die zijn vrijgesteld van dienst ?