Vertaling van "frage gerechten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

internationale Frage
internationaal probleem [ internationaal vraagstuk ]

Krim-Frage [ Krim-Konflikt | Krim-Krise | Lage der Krim | Russisch-ukrainische Auseinandersetzung | Russisch-ukrainische Frage | Russisch-ukrainischer Konflikt ]
Krimkwestie [ Krimconflict | Krimcrisis | Russisch-Oekraïens conflict | Russisch-Oekraïense kwestie | situatie op de Krim ]

Tschetschenien-Frage [ russisch-tschetschenischer Konflikt | Russland-Tschetschenien-Konflikt | tschetschenische Frage ]
kwestie Tsjetsjenië [ confllict in Tsjetsjenië | Russisch-Tsjetsjeens conflict ]

Frage zur Vorabentscheidung | Vorlagefrage | zur Vorabentscheidung vorgelegte Frage
prejudiciële vraag

Frage mit vorgegebenen Antwortmöglichkeiten | geschlossene Frage
gesloten vraag

Sachverständigenausschuß für einen gerechten Lohn
groep van deskundigen inzake een billijk loon

Frage der tatsächlichen Begebenheiten
feitenkwestie

Multiple-choice-Frage
meerkeuzevraag

parlamentarische Frage
parlementaire vraag

Beschluss zur Frage der Umgehung [ DA-C ]
Besluit inzake de ontduiking van anti-dumpingmaatregelen [ DA-C | BAD ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Frage 2: Soll im Interesse eines gerechten Wettbewerbs, größtmöglicher Transparenz und Rechtssicherheit für Unternehmen ein für bestimmte Bereiche gemeinsames System für den Emissionshandel in der Europäischen Gemeinschaft geschaffen werden-
Vraag 2: Moet er binnen de Europese Gemeenschap, met het oog op eerlijke concurrentie, maximale transparantie en rechtszekerheid voor bedrijven, een algemeen geldend communautair systeem komen voor bepaalde sectoren-

Auf sozialer Ebene stellt sich angesichts der zunehmenden Ungleichheit die Frage nach der Verteilung und gerechten Aufteilung der (wirtschaftlichen und natürlichen) Ressourcen.
Op sociaal vlak wordt de billijke verdeling van de (economische en natuurlijke) hulpbronnen in vraag gesteld door de toenemende ongelijkheid.

Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob Artikel 2.6.1 § 3 Absatz 1 Nr. 2 des Flämischen Raumordnungskodex, und insbesondere das Kriterium, dass « die Parzelle [...] in städtebaulicher [...] Hinsicht zur Bebauung geeignet sein [muss] », in dem Sinne ausgelegt, dass die « Städtebaupolitik » der Verwaltung berücksichtigt werden müsse, um festzulegen, ob ein Grundstück für eine Entschädigung für Planschäden in Frage komme, selbst wenn es sich um ein Grundstück handele, das auf der Grundlage der geltenden Zweckbestimmung und Gesetzesnormen für eine Bebauung in Frage komme und die Bedingungen für eine « objektive Bebaubarkeit oder Parzellierbarkeit » erfülle, sodass die Entschädigungspflicht vollständig von der eigenen Politik der Verwaltung abhängig gemacht werde, mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, mit dem Grundsatz der Verhältnismäßigkeit und mit dem Grundsatz der gerechten Entschädigung vereinbar sei.
De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de VCRO, en meer specifiek het criterium dat « het perceel [...] stedenbouwkundig [...] voor bebouwing in aanmerking [moet] komen », in die zin geïnterpreteerd dat met het « stedenbouwkundig beleid » van het bestuur rekening wordt gehouden om te bepalen of een grond in aanmerking komt voor een planschadevergoeding, zelfs indien het gaat om een grond die op basis van de vigerende bestemming en wettelijke normen in aanmerking komt voor bebouwing en die voldoet aan de voorwaarden voor « objectieve bebouwbaarheid of verkavelbaarheid », waardoor de vergoedingsplicht volledig afhankelijk wordt gemaakt van het eigen beleid van het bestuur, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met het evenredigheidsbeginsel en met het principe van billijke schadeloosstelling.

Die Wallonische Regierung erachtet, dass die Schlussfolgerungen der Umweltverträglichkeitsprüfung ihre Bewertung eines gerechten Interessengleichgewichts zwischen der Entwicklung der wallonischen Landwirtschaft und der Förderung der Benutzung des RER in der Umgebung der Haltestelle von Braine-l'Alliance nicht in Frage stellen, und ihr erlauben, ihre Wahl zur Förderung der Niederlassung von Aktivitäten auf regionaler Ebene, die ein mit der Eisenbahn verbundenes Mobilitätsprofil haben, in der Nähe der Haltestelle auf Flächen, die auf die Bedürfnisse des Bezugsgebiets begrenzt sind, zu bestätigen.
De Waalse Regering vindt dat de conclusies van het effectonderzoek haar beoordeling van de balans van de belangen tussen de ontwikkeling van de Waalse landbouw en de bevordering van het GEN-gebruik in de buurt van de GEN-halte van Braine-l'Alliance niet op het spel zetten en haar keuze bevestigen voor de bevordering van de vestiging van activiteiten op regionaal niveau met een spoorwegmobiliteitsprofiel in de buurt van het station op oppervlaktes beperkt tot de behoeften van het referentiegrondgebied.

c) die Frage, inwieweit sich die Entflechtungs- und Tarifierungsbestimmungen dieser Richtlinie als geeignet erwiesen haben, einen gerechten und nichtdiskriminierenden Zugang zum Erdgasnetz der Gemeinschaft und eine gleichwertige Wettbewerbsintensität zu gewährleisten, und welche wirtschaftlichen, umweltbezogenen und sozialen Auswirkungen die Öffnung des Erdgasmarkts auf die Kunden hat.
c) de mate waarin de voorschriften van deze richtlijn met betrekking tot ontvlechting en tarifering hebben bijgedragen tot het waarborgen van eerlijke en niet-discriminerende toegang tot het gassysteem in de Gemeenschap en tot het gelijktrekken van de concurrentieniveaus, alsmede de economische, milieu- en sociale gevolgen die de openstelling van de gasmarkt met zich meebrengt voor de afnemers.

b) die Frage, inwieweit sich die Entflechtungs- und Tarifierungsbestimmungen dieser Richtlinie als geeignet erwiesen haben, einen gerechten und nichtdiskriminierenden Zugang zum Elektrizitätsnetz der Gemeinschaft und eine gleichwertige Wettbewerbsintensität zu gewährleisten, und welche wirtschaftlichen, umweltbezogenen und sozialen Auswirkungen die Öffnung des Elektrizitätsmarktes auf die Kunden hat.
b) de mate waarin de voorschriften van deze richtlijn met betrekking tot ontvlechting en tarifering hebben bijgedragen tot het waarborgen van eerlijke en niet-discriminerende toegang tot het elektriciteitsnet in de Gemeenschap en vergelijkbare concurrentieniveaus, alsook de economische, sociale en milieugevolgen van de openstelling van de elektriciteitsmarkt voor afnemers.

b) die Frage, inwieweit sich die Entflechtungs- und Tarifierungsbestimmungen dieser Richtlinie als geeignet erwiesen haben, einen gerechten und nichtdiskriminierenden Zugang zum Elektrizitätsnetz der Gemeinschaft und eine gleichwertige Wettbewerbsintensität zu gewährleisten, und welche wirtschaftlichen, umweltbezogenen und sozialen Auswirkungen die Öffnung des Elektrizitätsmarktes auf die Kunden hat;
b) de mate waarin de voorschriften van deze richtlijn met betrekking tot ontvlechting en tarifering hebben bijgedragen tot het waarborgen van eerlijke en niet-discriminerende toegang tot het elektriciteitsnet in de Gemeenschap en vergelijkbare concurrentieniveaus, alsook de economische, sociale en milieugevolgen van de openstelling van de elektriciteitsmarkt voor afnemers;

In der ersten Frage wird der Hof befragt über die Einhaltung der Zuständigkeitsvorschriften, genauer gesagt von Artikel 79 § 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980, insoweit das Dekret vom 9. Mai 1985 - realiter sein Artikel 3 Absatz 1 a) - « eine Form der Enteignung zum Nutzen der Allgemeinheit ins Leben rufen würde, die von den gesetzlich festgelegten gerichtlichen Verfahren sowie vom Grundsatz der gerechten und vorherigen Entschädigung abweicht ».
In de eerste vraag wordt het Hof gevraagd naar de inachtneming van de bevoegdheidsregels, meer in het bijzonder artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, in zoverre het decreet van 9 mei 1985 in feite artikel 3, eerste lid, a), ervan « een vorm van onteigening ten algemenen nutte in het leven zou roepen die afwijkt van de in de wet vastgestelde gerechtelijke procedures en van het beginsel van de billijke en voorafgaande schadeloosstelling ».

Die in der Frage erwähnten Bestimmungen der Europäischen Menschenrechtskonvention bezögen sich auf die Gleichheit der Mittel zwischen Parteien eines gleichen Verfahrens, einen Grundsatz des gerechten Verfahrens (R.P.D.B., Zusatz VII, V° C. E.D.H., Nr. 469), der ein Gleichgewicht sowohl zwischen dem Angeklagten und der Staatsanwaltschaft als auch zwischen dem Angeklagten und der Zivilpartei voraussetze (Brüssel, 18. Juni 1987, J.T., 1987, S. 629).
De in de vraag vermelde bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens betreffen de wapengelijkheid tussen partijen in eenzelfde rechtspleging, een fundamenteel beginsel van het eerlijk proces (R.P.D.B., aanvulling VII, V° E.H.R.M., nr. 469) dat een evenwicht veronderstelt, niet alleen tussen de beschuldigde en het openbaar ministerie, maar eveneens tussen de beschuldigde en de burgerlijke partij (Brussel, 18 juni 1987, J.T., 1987, p. 629).