Vertaling van "flurbereinigung landbesitze " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Grundbesitzer | Grundeigentümer | Grundstückseigentümer | Landbesitzer
grondbezitter

Flurbereinigung
ruilverkaveling

Flurbereinigung | landeskulturelle Maßnahmen
grondverbetering

Flurbereinigung
herverkaveling [ ruilverkaveling ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Art. 149 - In Ausführung von Artikel 46 des Gesetzes vom 22. Juli 1970 über die gesetzliche Flurbereinigung der Landbesitze werden die Salden der Rechnungen der aufgelösten Flurbereinigungsausschüsse des Basisartikels 85.02 des Programms 15.12 - Verwaltung des ländlichen Raums des Ausgabenhaushaltsplans der Wallonischen Region angelastet.
Art. 149. Overeenkomstig artikel 46 van de wet van 22 juli 1970 houdende de wettelijke herverkaveling van landbouwgoederen zijn de saldo's van de rekeningen van de ontbonden ruilverkavelingscomités ten laste van basisallocatie 85.02 van programma 15.12 - Beheer van het landelijk gebied, van de uitgavenbegroting van het Waalse Gewest.

Art. 156 - In Ausführung von Artikel 46 des Gesetzes vom 22. Juli 1970 über die gesetzliche Flurbereinigung der Landbesitze werden die Salden der Rechnungen der aufgelösten Flurbereinigungsausschüsse dem Basisartikel 85.02 des Programms 15.12 - Verwaltung des ländlichen Raums - des Ausgabenhaushaltsplans der Wallonischen Region angelastet.
Art. 156. Overeenkomstig artikel 46 van de wet van 22 juli 1970 houdende de wettelijke herverkaveling van landbouwgoederen zijn de saldo's van de rekeningen van de ontbonden ruilverkavelingscomités ten laste van basisallocatie 85.02 van programma 15.12 - Beheer van het landelijk gebied, van de uitgavenbegroting van het Waalse Gewest.

2° ab dem Inkrafttreten des Titels 11, Kapitel 3, mit den Artikeln D.266 bis D.352 das Gesetz vom 22. Juli 1970 über die gesetzliche Flurbereinigung der Landbesitze;
2° met ingang van de inwerkingtreding van titel 11, hoofdstuk 3, dat de artikelen D.266 tot D.352 inhoudt, de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen;

Art. 4 - Der Minister für Landwirtschaft wird bei der Durchführung der neuen Verkehrsinfrastruktur damit beauftragt, die Untersuchung über die Zweckmässigkeit der Flurbereinigung der in den betroffenen Gemeinden gelegenen Landbesitze gemäss Artikel 4 des Gesetzes vom 22. Juli 1970 über die gesetzliche Flurbereinigung der Landbesitze vorzunehmen.
Art. 4. Bij de onsluiting van de nieuwe verkeersader wordt de Minister van Landbouw ermee belast over te gaan tot het onderzoek over de nuttigheid van de ruilverkaveling van landeigendommen gelegen in de betrokken gemeenten, zoals bedoeld in artikel 4 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen.

3° in dem Gesetz vom 22. Juli 1970 über die gesetzliche Flurbereinigung der Landbesitze vorgesehene Flurbereinigung.
3° de ruilverkaveling bepaald bij de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet.

« Verstösst Artikel 43 § 1 des Gesetzes vom 22. Juli 1970 über die gesetzliche Flurbereinigung der Landbesitze gegen den in der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und in Verbindung mit Artikel 16 der koordinierten Verfassung, indem er es dem Friedensrichter nicht gestattet, die vom Ausschuss festgelegte Flurbereinigung abzuändern?
« Schendt artikel 43, § 1, van de Ruilverkavelingswet van 22 juli 1970 het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel in samenlezing met artikel 6, 1, van het EVRM en in samenlezing met artikel 16 van de gecoördineerde Grondwet, in de mate dat het de vrederechter niet toelaat om wijzigingen aan te brengen aan de door het comité vastgestelde ruilverkaveling ?

Verstossen die Artikel 20 und 43 des Gesetzes vom 22. Juli 1970 über die gesetzliche Flurbereinigung der Landbesitze gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des Zusatzprotokolls vom 20. März 1952 zur Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, unterzeichnet in Paris und genehmigt durch das Gesetz vom 13. Mai 1955, indem für die Wertminderung, die sich aus der Zuweisung von Grundstücken im Rahmen der Flurbereinigung ergibt, keine Entschädigung gezahlt werden würde, weil diese Grundstücke keinen landwirtschaftlichen Nutzwert oder Betriebswert hätten, soweit er somit angesichts der gerechten und vorherigen Entschädigung, die im gemeinen Recht den anderen Enteigneten gewährt wird, eine Diskriminierung einführt?
Schenden de artikelen 20 en 43 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet samengelezen met artikel 1 van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 20 maart 1952, ondertekend te Parijs en goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955 doordat de minwaarde die het gevolg is van de toewijzing van gronden in het kader van de ruilverkaveling, niet zou worden vergoed omdat deze gronden geen cultuur- of bedrijfswaarde zouden hebben, in zoverre het aldus een discriminatie in het leven roept ten aanzien van de billijke en voorafgaande schadeloosstelling die, in het gemeen recht, aan de andere onteigenden wordt toegekend ?