Vertaling van "finden dritte " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

drittes Aktionsprogramm der Union im Bereich der Gesundheit (2014-2020) | Drittes Gesundheitsprogramm (2014–2020) | drittes mehrjähriges Aktionsprogramm der Union im Bereich der Gesundheit | Programm Gesundheit für Wachstum
derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) | derde gezondheidsprogramma (2014-2020) | derde meerjarig actieprogramma van de EU op het gebied van gezondheid | Gezondheid voor groei

neue Arten von Lebensmitteln und Getränken finden | neue Lebensmittel und Getränke finden
dranken

dritte Harmonische eines Signals | durch Verzerrung erzeugte dritte Harmonische
harmonische vervorming van de derde orde

Konferenz zu dritt | Ortskonferenz zu dritt
conferentie met drie lijnen

geeignete Schauspieler/Schauspielerinnen für eine Rolle finden
acteurs aan rollen koppelen | acteurs voor rollen zoeken

seinen Platz in der Hierarchie der Produktion finden
zijn plaats vinden in een productie

vertrauenswürdige dritte Partei (nom féminin) | vertrauenswürdiger Dritter (nom masculin)
betrouwbare derde partij (nom féminin)

durch Dritte aufgenommene garantierte Anleihen
lening van derden ingevolge beroep op waarborg

Entwicklungsland [ armes Land | dritte Welt | Land der Dritten Welt ]
ontwikkelingsland [ Derde Wereld | Derde-Wereldland ]

älterer Mensch [ alter Mensch | dritte Lebensphase | Greis | hohes Alter | Lebensabend | vierte Lebensphase ]
bejaarde [ derde leeftijd | ouderdom | oude van dagen ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

39 % der Unternehmen haben offenbar Schwierigkeiten, Mitarbeiter mit den erforderlichen Qualifikationen zu finden — [Dritte Europäische Unternehmenserhebung (2013), Eurofound].
Van alle bedrijven ondervindt naar verluidt 39 % moeilijkheden om personeel te vinden met de vereiste vaardigheden — [Derde Europesebedrijvenonderzoek (2013), Eurofound].

(1) Der Erste und der Dritte Teil finden vorbehaltlich der in diesem Titel vorgesehenen Ausnahmen auf die Mittel für Forschung und technologische Entwicklung Anwendung.
1. Deel I en deel III zijn van toepassing op de kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling, behoudens de in deze titel genoemde afwijkingen.

(1) Der Erste und der Dritte Teil finden vorbehaltlich der Ausnahmeregelungen in diesem Titel auf die aus dem Haushalt finanzierten Maßnahmen im Außenbereich Anwendung.
1. Deel I en deel III zijn van toepassing op de externe maatregelen die uit de begroting worden gefinancierd, behoudens de in deze titel genoemde afwijkingen.

(1) Der Erste und der Dritte Teil finden auf die Ausgaben der in der Regelung für die Strukturfonds, den Kohäsionsfonds sowie die strukturpolitischen und die agrarpolitischen Heranführungsmaßnahmen genannten Dienststellen und Einrichtungen und, vorbehaltlich der in diesem Titel vorgesehenen Ausnahmen, auf die Einnahmen Anwendung.
1. Deel I en deel III zijn van toepassing op de uitgaven die door de in de regelgeving inzake de Structuurfondsen, het Cohesiefonds en de pretoetredingsmaatregelen voor het structuurbeleid en de landbouw bedoelde diensten en organen worden verricht, alsook op de ontvangsten daarvan, behoudens de in deze titel genoemde afwijkingen.

(1) Der Erste und der Dritte Teil finden auf die Ausgaben der in der Regelung für den EAGFL, Abteilung Garantie, genannten Dienststellen und Einrichtungen sowie, vorbehaltlich der in diesem Titel vorgesehenen Ausnahmen, auf die Einnahmen Anwendung.
1. Deel I en deel III zijn van toepassing op de uitgaven die door de in de regelgeving inzake het EOGFL, afdeling Garantie, bedoelde diensten en organen worden verricht, alsook op de ontvangsten, behoudens de in deze titel genoemde afwijkingen.

Ebenso finden die Artikel 10 bis 11bis keine Anwendung auf das Landesinstitut für Statistik, auf die öffentlichen Finanz- und Krediteinrichtungen und -anstalten, was die über Dritte gesammelten individuellen Auskünfte betrifft.
De artikelen 10 tot 11bis zijn ook niet van toepassing op het Nationaal Instituut voor de Statistiek, op de openbare financiële en kredietinstellingen en -inrichtingen, wat betreft de individuele gegevens die over derden worden ingezameld.

- « Verstösst Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes - eingefügt durch Artikel 73 des Programmgesetzes (I) vom 27. Dezember 2006 (Belgisches Staatsblatt vom 28. Dezember 2006, dritte Ausgabe) -, wirksam mit 1. Juli 2007, den Mietern gegenüber, die nach dem 15. Juni 2007 eine Wohnung als Hauptwohnort mieten und mit denen diesbezüglich ein mündlicher Mietvertrag zustande gekommen ist, gegen die Artikel 10, 11 und/oder 23 der Verfassung, dahingehend ausgelegt, dass in dem Fall, wo nach dem 15. Juni 2007 ein mündlicher Wohnungmietvertrag mit neunjähriger Laufzeit zustande gekommen ist, die Regelung von Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes keine Anwendung finden würde, während Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes wohl Anwendung findet auf Mieter, die nach dem 15. Juni 2007 eine Wohnung als Hauptwohnort mieten und mit denen diesbezüglich ein nicht registrierter schriftlicher Mietvertrag mit neunjähriger Laufzeit zustande gekommen ist?
- « Schendt artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet (ingevoegd door artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006 (B.S. 28 december 2006, derde uitgave)), in werking vanaf 1 juli 2007, ten overstaan van de huurders die na 15 juni 2007 een woning huren als hoofdverblijfplaats en met wie daaromtrent een mondelinge huurovereenkomst tot stand gekomen is, de artikelen 10, 11 en/of 23 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat in geval er na 15 juni 2007 een mondelinge woninghuurovereenkomst van negen jaar tot stand gekomen is, de regeling van artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet niet van toepassing zou zijn, terwijl artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet wel toepasselijk is op de huurders die na 15 juni 2007 een woning huren als hoofdverblijfplaats en met wie daaromtrent een niet geregistreerde schriftelijke woninghuurovereenkomst van negen jaar tot stand gekomen is ?

- « Verstösst Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes - eingefügt durch Artikel 73 des Programmgesetzes (I) vom 27. Dezember 2006 (Belgisches Staatsblatt vom 28. Dezember 2006, dritte Ausgabe) -, wirksam mit 1. Juli 2007, den Mietern gegenüber, die vor dem 15. Juni 2007 eine Wohnung als Hauptwohnort mieten und mit denen diesbezüglich ein mündlicher Mietvertrag zustande gekommen ist, gegen die Artikel 10, 11 und/oder 23 der Verfassung, dahingehend ausgelegt, dass in dem Fall, wo vor dem 15. Juni 2007 ein mündlicher Wohnungmietvertrag mit neunjähriger Laufzeit zustande gekommen ist, die Regelung von Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes keine Anwendung finden würde, während Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes wohl Anwendung findet auf Mieter, die vor dem 15. Juni 2007 eine Wohnung als Hauptwohnort mieten und mit denen diesbezüglich ein nicht registrierter schriftlicher Mietvertrag mit neunjähriger Laufzeit zustande gekommen ist?
- « Schendt artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet (ingevoegd door artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006 (B.S. 28 december 2006, derde uitgave)), in werking vanaf 1 juli 2007, ten overstaan van de huurders die vóór 15 juni 2007 een woning huren als hoofdverblijfplaats en met wie daaromtrent een mondelinge huurovereenkomst tot stand gekomen is, de artikelen 10, 11 en/of 23 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat in geval er vóór 15 juni 2007 een mondelinge woninghuurovereenkomst van negen jaar tot stand gekomen is, de regeling van artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet niet van toepassing zou zijn, terwijl artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet wel toepasselijk is op de huurders die vóór 15 juni 2007 een woning huren als hoofdverblijfplaats en met wie daaromtrent een niet geregistreerde schriftelijke woninghuurovereenkomst van negen jaar tot stand gekomen is ?

Der dritte Teil des vierten Klagegrunds und der fünfte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 4955 beruhen auf der Vermutung, dass Artikel 18/17 § 1 des Gesetzes vom 30. November 1998 es ermögliche, zu einem « sondierenden Abhören, wobei das Abfangen beispielsweise der Kommunikation von Personen, die für eine bestimmte Straftat in Frage kommen, organisiert würde, ohne dass jedoch präzise Hinweise in Bezug auf diese Person vorliegen » überzugehen oder aber zu einer « auf dem Zufall beruhenden Abhörkampagne im grossen Massstab in dem Versuch, den Täter zu finden ».
Het derde onderdeel van het vierde middel en het vijfde middel in de zaak nr. 4955 berusten op de veronderstelling dat artikel 18/17, § 1, van de wet van 30 november 1998 het mogelijk zou maken over te gaan tot een « verkennend afluisteren, waarbij de interceptie zou worden georganiseerd van bijvoorbeeld de communicatie van personen die in aanmerking komen voor een bepaald misdrijf, zonder dat er evenwel precieze aanwijzingen zijn ten aanzien van deze persoon », of nog, tot een « grootscheepse lukrake afluistercampagne in een poging om de dader te vinden ».

- « Verstösst Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes - eingefügt durch Artikel 73 des Programmgesetzes (I) vom 27hhhhqDezember 2006 (Belgisches Staatsblatt vom 28hhhhqDezember 2006, dritte Ausgabe) -, wirksam mit 1hhhhqJuli 2007, den Mietern gegenüber, die nach dem 15hhhhqJuni 2007 eine Wohnung als Hauptwohnort mieten und mit denen diesbezüglich ein mündlicher Mietvertrag zustande gekommen ist, gegen die Artikel 10, 11 und/oder 23 der Verfassung, dahingehend ausgelegt, dass in dem Fall, wo nach dem 15hhhhqJuni 2007 ein mündlicher Wohnungmietvertrag mit neunjähriger Laufzeit zustande gekommen ist, die Regelung von Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes keine Anwendung finden würde, während Artikel 3 § 5 Absatz 3 des Wohnungsmietgesetzes wohl Anwendung findet auf Mieter, die nach dem 15hhhhqJuni 2007 eine Wohnung als Hauptwohnort mieten und mit denen diesbezüglich ein nicht registrierter schriftlicher Mietvertrag mit neunjähriger Laufzeit zustande gekommen ist?
- « Schendt artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet (ingevoegd door artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006 (B.S. 28 december 2006, derde uitgave)), in werking vanaf 1 juli 2007, ten overstaan van de huurders die na 15 juni 2007 een woning huren als hoofdverblijfplaats en met wie daaromtrent een mondelinge huurovereenkomst tot stand gekomen is, de artikelen 10, 11 en/of 23 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat in geval er na 15 juni 2007 een mondelinge woninghuurovereenkomst van negen jaar tot stand gekomen is, de regeling van artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet niet van toepassing zou zijn, terwijl artikel 3, § 5, derde lid, Woninghuurwet wel toepasselijk is op de huurders die na 15 juni 2007 een woning huren als hoofdverblijfplaats en met wie daaromtrent een niet geregistreerde schriftelijke woninghuurovereenkomst van negen jaar tot stand gekomen is ?