Indem der Dekretgeber also festlegt, dass die Erbschaftsteuertarife progressiv pro Stufe, für Erben in direkter Linie, für Eheleute, für Zusammenlebende und für Geschwister auf den Nettoanteil eines jeden dieser Anspruchsberechtigten einerseits und für die anderen auf die Summe der Nettoanteile, die die Anspruchsberechtigten dieser Gruppe erhalten, andererseits angewandt werden, verstösst er nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
Derhalve, door te bepalen dat de tarieven, progressief per schijf, voor erfgenamen in de rechte lijn, voor echtgenoten, voor samenwonenden en voor broers en zusters worden toegepast op het nettoaandeel van elk dezer rechtverkrijgenden, enerzijds, en voor de anderen op de som van de nettoaandelen verkregen door de rechtverkrijgenden van die groep, anderzijds, schendt de decreetgever niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.