(3) Zusätzlich zu den in den Absätzen 1 und 2 genannten Erfordernissen muss die Anmeldung der Unionsmarke den in dieser Verordnung und in den gemäß dieser Verordnung erlassenen Durchführungsrechtsakten vorgesehenen Formerfordernissen entsprechen. Ist in diesen Erfordernissen vorgesehen, dass die Marke elektronisch darzustellen ist, so darf der Exekutivdirektor die Formate und die maximale Größe einer derartigen elektronischen Datei bestimmen.
3. Naast de in de leden 1 en 2 bedoelde voorwaarden voldoet een aanvraag voor een Uniemerk aan de formele voorwaarden die in deze verordening en in de overeenkomstig deze verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen zijn bepaald. Indien in deze voorwaarden is opgenomen dat het merk in elektronische vorm wordt weergegeven, kan de uitvoerend directeur het formaat en de maximumomvang van dit elektronisch bestand vastleggen.