Vertaling van "etablierten aufstrebenden " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Kultur etablierten Zellinien
culture van onbeperkt groeiende cellijnen | cultuur van permanente cellijnen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Er ist einem zunehmenden Wettbewerbsdruck sowohl seitens der etablierten als auch der aufstrebenden Volkswirtschaften ausgesetzt. Schutz vor Nachahmung und Schutz der Rechte an geistigem Eigentum sind die größten Probleme für den Sektor.
De sector ondervindt steeds meer concurrentiedruk van gevestigde en opkomende economieën; namaak en de bescherming van intellectuele eigendomsrechten zijn belangrijke kwesties in deze sector.

K. in der Erwägung, dass bei Tätigkeiten im Rahmen der blauen Wirtschaft verschiedene entsprechende Zuständigkeitsebenen berücksichtigt werden müssen, nämlich die internationale Ebene, die europäische Ebene und die Ebene der Mitgliedstaaten; in der Erwägung, dass die sektoriellen Prioritäten für den Ausbau der blauen Wirtschaft vom einen Mitgliedstaat zum anderen unterschiedlich sein können, wobei sie einerseits von der Entwicklungsgeschichte der traditionellen oder etablierten Sektoren abhängen, andererseits von den vorhandenen Ressourcen und dem Entwicklungspotential der aufstrebenden Sektoren in den einzelnen Mitgliedstaaten;
K. overwegende dat verschillende adequate bevoegdheidsniveaus in de activiteiten van de blauwe economie in aanmerking moeten worden genomen, namelijk het internationale, Europese en nationale niveau; overwegende dat de sectorale prioriteiten voor de ontwikkeling van de blauwe economie van lidstaat tot lidstaat kunnen verschillen, naargelang van de respectieve ontwikkeling van de traditionele of gevestigde sectoren in het verleden, enerzijds, en de beschikbare middelen en het ontwikkelingspotentieel van opkomende sectoren in elke lidstaat, anderzijds;

28. begrüßt den Aufbau „strategischer Partnerschaften“ als Format der Verbundenheit der EU mit etablierten wie aufstrebenden Mächten; vertritt jedoch die Auffassung, dass das Konzept klare und kohärente Kriterien in Bezug auf seinen Platz in der Architektur der EU-Außenpolitik benötigt; fordert, dass künftige Entscheidungen zu strategischen Partnern im Einklang mit den außenpolitischen Prioritäten der Union getroffen werden und dass das Parlament regelmäßig im Voraus über Entscheidungen zu künftigen Partnerschaften informiert wird, vor allem wenn solche Partnerschaften finanzielle Unterstützung aus dem Haushalt der Union erhalten oder eine engere vertragliche Beziehung mit der EU nach sich ziehen;
28. is verheugd over de ontwikkeling van „strategische partnerschappen” die een concrete vorm geven aan de betrekkingen van de EU met zowel gevestigde als opkomende machten; merkt echter op dat dit concept duidelijke en samenhangende criteria vereist in verband met de plaats ervan in de structuur van het buitenlands beleid van de EU; dringt erop aan dat toekomstige besluiten over strategische partners worden uitgewerkt in het licht van de prioriteiten van de Unie inzake het buitenlands beleid en wenst dat het Parlement regelmatig op de hoogte wordt gehouden voordat er besluiten over toekomstige partnerschappen worden genomen, in het bijzonder wanneer zulke partnerschappen financiële steun krijgen uit de EU-begroting of tot nauwere contractuele betrekkingen met de EU leiden;

28. begrüßt den Aufbau „strategischer Partnerschaften“ als Format der Verbundenheit der EU mit etablierten wie aufstrebenden Mächten; vertritt jedoch die Auffassung, dass das Konzept klare und kohärente Kriterien in Bezug auf seinen Platz in der Architektur der EU-Außenpolitik benötigt; fordert, dass künftige Entscheidungen zu strategischen Partnern im Einklang mit den außenpolitischen Prioritäten der Union getroffen werden und dass das Parlament regelmäßig im Voraus über Entscheidungen zu künftigen Partnerschaften informiert wird, vor allem wenn solche Partnerschaften finanzielle Unterstützung aus dem Haushalt der Union erhalten oder eine engere vertragliche Beziehung mit der EU nach sich ziehen;
28. is verheugd over de ontwikkeling van "strategische partnerschappen" die een concrete vorm geven aan de betrekkingen van de EU met zowel gevestigde als opkomende machten; merkt echter op dat dit concept duidelijke en samenhangende criteria vereist in verband met de plaats ervan in de structuur van het buitenlands beleid van de EU; dringt erop aan dat toekomstige besluiten over strategische partners worden uitgewerkt in het licht van de prioriteiten van de Unie inzake het buitenlands beleid en wenst dat het Parlement regelmatig op de hoogte wordt gehouden voordat er besluiten over toekomstige partnerschappen worden genomen, in het bijzonder wanneer zulke partnerschappen financiële steun krijgen uit de EU-begroting of tot nauwere contractuele betrekkingen met de EU leiden;