Bei Anlagen, deren Kapazität wesentlich erweitert oder verringert wurde, ziehen die Mitgliedstaaten den Standardauslastungsfaktor heran, um die produktbezogene Aktivitätsrate der zusätzlichen oder der stillgelegten Kapazität des betreffenden Anlagenteils zu bestimmen.
Voor installaties die een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding of -vermindering hebben ondergaan, moeten de lidstaten gebruikmaken van de standaardcapaciteitsbenuttingsfactor om het productgerelateerde activiteitsniveau van de toegevoegde of ingeboete capaciteit van de betrokken subinstallatie te bepalen.