Vertaling van "erhoben gerichtsverfahren " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

zu wenig erhobene Fracht | zu wenig erhobene Gebühr | zu wenig erhobener Fahrpreis
te weinig berekende vracht

zu wenig erhobener Fahrpreis | zu wenig erhobenes Fahrgeld
te weinig geïnde vervoerprijs

zu viel erhobener Betrag
teveel gestorte

Beweismittel in Gerichtsverfahren
bewijsmiddel in gerechtelijke procedures

Gerichtsverfahren
gerechtelijke procedure

Gerichtsverfahren
gerechtelijke procedures | rechtsprocedures

Gerichtsverfahren überprüfen
rechtszaken herzien

an rabbinischen Gerichtsverfahren teilnehmen
deelnemen aan rabbijnse gerechtelijke procedures

Gerichtsverfahren
rechtsgang

Gerichtsverfahren [ Abbruch des Verfahrens | Verfahrensende | Verfahrensrecht ]
rechtsvordering [ algemene procedure | stopzetting van de procedure ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die in einem Mitgliedstaat für das europäische Verfahren für geringfügige Forderungen erhobenen Gerichtsgebühren sollten im Verhältnis zur Klage nicht unverhältnismäßig hoch sein und sollten die Gerichtsgebühren, die in dem betreffenden Mitgliedstaat für nationale vereinfachte Gerichtsverfahren erhoben werden, nicht überschreiten, um den Zugang zur Justiz bei geringfügigen Forderungen mit grenzüberschreitendem Bezug sicherzustellen.
De in een lidstaat aangerekende gerechtskosten voor de Europese procedure voor geringe vorderingen mogen niet in wanverhouding staan tot de vordering en mogen niet hoger zijn dan de gerechtskosten die worden aangerekend voor nationale vereenvoudigde procedures in die lidstaat, om de toegang tot de rechter voor grensoverschrijdende geringe vorderingen te waarborgen.

Auszug aus dem Entscheid Nr. 137/2015 vom 1. Oktober 2015 Geschäftsverzeichnisnummer 6071 In Sachen: Klage auf Nichtigerklärung des Gesetzes vom 27. März 2014 zur Einfügung der Bestimmungen zur Regelung von Angelegenheiten erwähnt in Artikel 77 der Verfassung in Buch XVII « Besondere Gerichtsverfahren » des Wirtschaftsgesetzbuches und zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches, um den Gerichtshöfen und Gerichten von Brüssel eine ausschließliche Zuständigkeit zu übertragen, über die in Buch XVII Titel 2 des Wirtschaftsgesetzbuches erwähnte kollektive Schadenersatzklage zu erkennen, erhoben von der Kammer der französischsprachigen und deutschsprachigen Rechtsanwaltschaften und der VoG « Verbraucherschutzzentrale ».
Uittreksel uit arrest nr. 137/2015 van 1 oktober 2015 Rolnummer : 6071 In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 27 maart 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XVII « Bijzondere rechtsprocedures » van het Wetboek van economisch recht en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde de hoven en rechtbanken te Brussel een exclusieve bevoegdheid toe te kennen om kennis te nemen van de rechtsvordering tot collectief herstel, bedoeld in boek XVII, titel 2 van het Wetboek van economisch recht, ingesteld door de « Ordre des barreaux francophones et germanophone » en de vzw « Verbraucherschutzzentrale ».

F. in der Erwägung, dass der ehemalige Präsident Mohammed Mursi seit dem 3. Juli 2013 inhaftiert ist und die Generalstaatsanwaltschaft des Landes gegen ihn und vierzehn weitere Personen, darunter führende Vertreter der Muslimbruderschaft, Anklage wegen Anstiftung zu Mord und Gewalt erhoben hat; in der Erwägung, dass ein Anhänger des ehemaligen Präsidenten Mohammed Mursi am 3. September wegen Gewalt gegenüber den Streitkräften von einem Militärgericht zu einer lebenslangen Freiheitsstrafe verurteilt wurde, während drei seiner Unterstützer für 15 Jahre sowie 45 weitere Unterstützer für fünf Jahre eingesperrt wurden, da sie auf Angehörige der Streitkräfte geschossen hatten und mit gewaltsamen Mitteln gegen sie vorgegangen waren; in der Erwägung, dass zahlreiche Mitglieder der Muslimbrüderschaft, darunter die Mehrzahl ihrer Anführer, inhaftiert wurden und sie nunmehr auf die Gerichtsverfahren warten; in der Erwägung, dass der ehemalige Diktator Husni Mubarak am 22. August aus dem Gefängnis entlassen wurde und seit diesem Zeitpunkt unter Hausarrest steht;
F. overwegende dat voormalig president Morsi sinds 3 juli 2013 wordt vastgehouden en de openbare klager van Egypte een proces is begonnen tegen hem en 14 anderen, waaronder prominente figuren van de Moslimbroeders, op verdenking van aanzetting tot moord en geweld; overwegende dat op 3 september een militaire rechtbank een aanhanger van voormalig president Morsi tot een levenslange gevangenisstraf heeft veroordeeld wegens geweld tegen het leger en dat drie andere Morsi-aanhangers een gevangenisstraf van 15 jaar opgelegd hebben gekregen en 45 anderen een gevangenisstraf van 5 jaar wegens beschieting van en geweld tegen het leger; overwegende dat vele leden van de Moslimbroeders zijn gearresteerd, waaronder de meeste leiders van de Moslimbroeders, en nu in afwachting van een rechtszaak zijn; overwegende dat de afgezette dictator Hosni Mubarak op 22 augustus uit de gevangenis is vrijgelaten en sindsdien onder huisarrest staat;

K. in der Erwägung, dass die öffentliche Meinung in Ägypten Einschränkungen der Meinungsfreiheit sehr kritisch gegenübersteht; in der Erwägung, dass das Strafrecht und die kürzlich verabschiedete Verfassung die Meinungsfreiheit sowohl online als auch offline deutlich einschränken könnten; in der Erwägung, dass die bürgerlichen und digitalen Freiheiten die allgemeinen Menschenrechte fördern und daher jederzeit geachtet werden sollten; in der Erwägung, dass körperliche Gewalt und Schikanen gegen Journalisten erheblich zugenommen haben; in der Erwägung, dass eine Reihe von Gerichtsverfahren gegen oppositionelle Medien wegen Beleidigung des Präsidenten eingeleitet worden sind; in der Erwägung, dass die strafrechtliche Verfolgung von Journalisten, insbesondere von Medien der Opposition, und Komikern wie Gamal Fahmy, Bassem Youssef und Okasha Tawfiq fortgesetzt werden; in der Erwägung, dass in 24 gemeldeten Fällen Anklage wegen Beleidigung des Präsidenten erhoben wurde; in der Erwägung, dass die Zahl der Gerichtsverfahren wegen Blasphemie seit der Amtsübernahme durch Präsident Mursi angestiegen ist;
K. overwegende dat de publieke opinie in Egypte zeer kritisch staat tegenover beperkingen van de vrijheid van meningsuiting; overwegende dat het wetboek van strafrecht en de zojuist aangenomen grondwet een serieuze beknotting kunnen betekenen van de vrijheid van meningsuiting, zowel online als via andere media; overwegende dat de digitale vrijheden de uitoefening van de universele mensenrechten mogelijk maken en te allen tijde gehandhaafd moeten blijven; overwegende dat fysiek geweld en intimidatie tegen journalisten fors zijn toegenomen; overwegende dat er tegen oppositionele media een aantal gerechtelijke procedures zijn ingesteld wegens belediging van de president; overwegende dat strafvervolging van journalisten, met name van oppositionele media, en komieken zoals Gamal Fahmy, Bassem Youssef en Okasha Tawfiq, wordt voortgezet; overwegende dat er, naar bericht wordt, 24 zaken aanhangig zijn gemaakt wegens belediging van de president; overwegende dat het aantal blasfemiezaken is toegenomen sinds het aantreden van president Morsi;

S. in der Erwägung, dass der Bericht des Europarats von 2011 angibt, dass die 2009 und 2010 von den polnischen Behörden erhaltenen Daten „eindeutige Beweise erbringen“, dass sieben Flugzeuge mit CIA-Verbindung in Polen gelandet sind, und in der Erwägung, dass polnische Medien darüber berichteten, dass Anschuldigungen gegen ehemalige Leiter des polnischen Nachrichtendienstes erhoben wurden, und dass sie mögliche Kontakte zwischen Offizieren des Nachrichtendienstes und der polnischen Regierung bezüglich der Nutzung einer auf polnischem Hoheitsgebiet befindlichen Hafteinrichtung durch die CIA aufdeckten; in der Erwägung, dass im Jahre 2011 rumänische Enthüllungs-Journalisten auf Grundlage von Informationen früherer CIA-Angestellter versucht haben, die Existenz einer „Black Site“ im rumänischen nationalen Registeramt für klassifizierte Informationen nachzuweisen; in der Erwägung, dass die Existenz dieser „Black Site“ von den rumänischen Behörden dementiert wurde und in der vom rumänischen Parlament durchgeführten Untersuchung nicht vorgewiesen wurde; in der Erwägung, dass frühere libysche Dissidenten Gerichtsverfahren gegen das Vereinigte Königreich für die direkte Beteiligung des MI6 an ihrer eigenen Auslieferung, ihrer geheimen Inhaftierung und Folterung sowie der ihrer Familienmitglieder eingeleitet haben;
S. overwegende dat in het verslag van de Raad van Europa van 2011 wordt vermeld dat op basis van in 2009 en 2010 van de Poolse diensten verkregen gegevens „onomstotelijk is bewezen” dat zeven aan de CIA gelieerde vliegtuigen in Polen zijn geland, en overwegende dat er volgens de Poolse media beschuldigingen zijn ingebracht tegen voormalige chefs van de Poolse inlichtingendienst en er sprake was van mogelijke contacten tussen ambtenaren van de inlichtingendienst en de Poolse regering met betrekking tot het gebruik van een CIA-detentiecentrum op Pools grondgebied; overwegende dat Roemeense onderzoeksjournalisten in 2011 een „zwarte locatie” in het Roemeense registratiekantoor voor geheime inlichtingen probeerden te achterhalen op basis van gegevens afkomstig van voormalige CIA-medewerkers ; overwegende dat het bestaan van deze „zwarte locatie” door de Roemeense autoriteiten werd ontkend en door het onderzoek van het Roemeense parlement niet is aangetoond; overwegende dat voormalige Libische dissidenten juridische procedures zijn begonnen tegen het Verenigd Koninkrijk vanwege rechtstreekse betrokkenheid van MI6 bij de uitlevering, geheime detentie en marteling van henzelf en hun familieleden;

16. ist zutiefst besorgt über das am 12. Januar 2009 eröffnete Gerichtsverfahren gegen sieben führende Vertreter der Bahai, insbesondere weil offenkundig aufgrund ihrer Zugehörigkeit zu einer Minderheit Anklage erhoben worden war; fordert, dass das Gerichtsverfahren fair, gerecht und offen sein wird, dabei alle internationale Normen im Rahmen des von Iran ratifizierten Internationalen Pakts über bürgerliche und politische Rechte eingehalten werden und unabhängige Beobachter zum Verfahren zugelassen werden; fordert, dass die Verfolgung der Bahai und anderer Glaubensgemeinschaften eingestellt und das Recht des Einzelnen auf freie Religionsausübung geachtet wird;
16. is diep verontrust over het proces tegen zeven Bahai-leiders dat op 12 januari is begonnen, temeer omdat de tegen hen ingebrachte beschuldigingen schijnen te zijn ingegeven door de omstandigheid dat zij tot een religieuze minderheid behoren; dringt erop aan dat het process op een eerlijke, rechtvaardige en open manier wordt gevoerd, onder eerbiediging van alle internationale normen van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR), dat door Iran is geratificeerd, en dat er onafhankelijke waarnemers van de procesgang worden toegelaten; dringt aan op beëindiging van de vervolging van de Baha'i en andere religieuze gemeenschappen en op eerbiediging van de persoonlijke vrijheid van godsdienst;

In B.12.3 des obenerwähnten Urteils hat der Hof bemerkt, dass die Rückzahlungsverpflichtung, die sich aus den schwebenden Gerichtsverfahren ergeben könnte, nicht die Gesamtheit der zwischen dem 1. Januar 1995 und dem 31. Dezember 1996 erhobenen Solidaritätsbeiträge betreffen würde, sondern lediglich diejenigen, die zu Unrecht erhoben worden sind, insbesondere diejenigen, die auf fiktive Renten erhoben worden sind, die vor dem 1. Januar 1995 gezahlten Kapitalsummen und Vorteilen entsprechen.
In B.12.3 van het voormelde arrest heeft het Hof opgemerkt dat de verplichting tot terugbetaling die het gevolg zou kunnen zijn van de lopende rechtsprocedures, geen betrekking zou hebben op het totaalbedrag van de solidariteitsbijdragen die zijn geïnd tussen 1 januari 1995 en 31 december 1996, maar uitsluitend op de ten onrechte geïnde solidariteitsbijdragen, meer in het bijzonder op die welke werden geïnd op de fictieve renten die overeenstemmen met vóór 1 januari 1995 betaalde kapitalen en voordelen.

Mit einer Klageschrift, die dem Gerichtshof mit am 27. Oktober 2014 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 29. Oktober 2014 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung des Gesetzes vom 27. März 2014 zur Einfügung von Bestimmungen, die in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheiten regeln, in Buch XVII « Besondere Gerichtsverfahren » des Wirtschaftsgesetzbuches und zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches im Hinblick darauf, den Brüsseler Gerichtshöfen und Gerichten eine ausschließliche Zuständigkeit zu erteilen, über die in Titel 2 von Buch XVII des Wirtschaftsgesetzbuches erwähnte Klage auf kollektive Wiedergutmachung zu befinden (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 29. April 2014): die Kammer der französischsprachigen und deutschsprachigen Rechtsanwaltschaften und die VoG « Verbraucherschutzzentrale ».
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 oktober 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 oktober 2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van de wet van 27 maart 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XVII « Bijzondere rechtsprocedures » van het Wetboek van economisch recht en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde de hoven en rechtbanken te Brussel een exclusieve bevoegdheid toe te kennen om kennis te nemen van de rechtsvordering tot collectief herstel, bedoeld in boek XVII, titel 2 van het Wetboek van economisch recht (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 april 2014) door de « Ordre des barreaux francophones et germanophone » en de vzw « Verbraucherschutzzentrale ».

Mit einer Klageschrift, die dem Gerichtshof mit am 29. Oktober 2014 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 3. November 2014 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 3 (teilweise) und 4 des Gesetzes vom 28. März 2014 zur Einfügung von Titel 2 « Klage auf kollektive Wiedergutmachung » in Buch XVII « Besondere Gerichtsverfahren » des Wirtschaftsgesetzbuches und zur Einfügung der Buch XVII eigenen Begriffsbestimmungen in Buch I des Wirtschaftsgesetzbuches (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 29. April 2014): Jean-Marc Van Nypelseer und Robert Wttervulghe.
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 oktober 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 november 2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3 (partim) en 4 van de wet van 28 maart 2014 tot invoeging van titel 2 « Rechtsvordering tot collectief herstel » in boek XVII « Bijzondere rechtsprocedures » van het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XVII in boek I van het Wetboek van economisch recht (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 april 2014) door Jean-Marc Van Nypelseer en Robert Wttervulghe.