(1) Die Mitgliedstaaten erstellen auf der Grundlage der gemäß Artikel 10 Absatz 1 vorgenommenen Anfangsbewertung und unter Bezugnahme auf die gemäß Artikel 12 festgelegten Umweltziele koordinierte Überwachungsprogramme für die laufende Beurteilung des ökologischen Zustand s ihrer europäischen Meeresgewässer, wobei sie sich auf die in den Anhängen III und V enthaltenen Listen stützen.
1. Op basis van de initiële evaluatie overeenkomstig artikel 10 , lid 1, zorgen de lidstaten voor de vaststelling en uitvoering van gecoördineerde monitoringprogramma's voor de continue evaluatie van de milieutoestand van hun Europese mariene wateren op basis van de in de bijlagen III en V opgenomen lijsten en in het licht van de overeenkomstig artikel 12 vastgestelde milieustreefdoelen.