Artikel 69 § 3 der durch den königlichen Erlass vom 19. Dezember 1939 koordinierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er es einem aufgrund von Artikel 488bis des Zivilgesetzbuches benannten vorläufigen Verwalter nicht erlaubt, gegen die Bezahlung an die Person im Sinne der Paragraphen 1, 2 oder 2bis des vorerwähnten Artikels 69 Einspruch einzulegen, wenn das Interesse der geschützten Person dies erfordert.
Artikel 69, § 3, van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een voorlopige bewindvoerder die is aangewezen op grond van artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, niet toestaat om verzet aan te tekenen, wanneer het belang van de beschermde persoon het vereist, tegen de betaling aan de persoon bedoeld in de paragrafen 1, 2 of 2bis, van het voormelde artikel 69.