Artikel 198bis des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 « über die Organisation der Raumordnung », eingefügt durch Artikel 11 des Dekrets vom 4. Juni 2003 « zur Abänderung des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung hinsichtlich der Durchführungspolitik », verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er die Möglichkeit für den Richter, die Stellungnahme des Hohen Rates für die Wiederherstellungspolitik einzuholen, auf die « Klagen wegen Verstössen, die aus der Zeit vor dem 1. Mai 2000 stammen » begrenzt.
Artikel 198bis van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 « houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening », zoals ingevoegd bij artikel 11 van het decreet van 4 juni 2003 « houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de mogelijkheid voor de rechter om het advies te vragen van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid beperkt tot « vorderingen voor inbreuken, die dateren van voor 1 mei 2000 ».