25. anerkennt, dass die Probleme des Beschaffungswesens in der Union teilweise damit zusammenhängen, dass es keine echte Gegenseitigkeit mit den Vereinigten Staaten gibt; wirft deshalb die Frage auf, inwieweit den nationalen Beschaffungsagenturen empfohlen werden sollte, verstärkt europäische Einkäufe zu tätigen, um die europäische Verteidigungsindustrie in bestimmten Sektoren strategisch zu stärken; bekundet seine Überzeugung, dass die neuen Rechtsvorschriften der Union im Bereich der Beschaffung von Verteidigungsgütern nicht als Instrument missbraucht werden sollten, das es den US-Unternehmensinteressen ermöglicht, die europäischen
Beschaffungsmärkte einseitig zu beeinf ...[+++]lussen; 25. onderkent dat de in de EU bestaande problemen op het gebied van defensiebestedingen ten dele te wijten zijn aan het ontbreken van een echt "tweerichtingsverkeer" met de Verenigde Staten, en vraagt zich derhalve af of de nationale diensten bevoegd voor het gunnen van overheidsopdrachten op defensiegebied niet moet worden aanbevolen om meer Europese aankopen te doen teneinde de Europese defensiestrategie in bepaalde sectoren strategisch te versterken; is de overtuiging toegedaan dat de nieuwe EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten op defensiegebied niet mag worden gebruikt als een instrument om Amerikaanse ondernemingen in staat te stellen de Europese markten voor overheidsopdrachten op he
t gebied van defensi ...[+++]e unilateraal te infiltreren; 
