Gemäss den klagenden Parteien schützten Artikel 19 der Verfassung und Artikel 10 der Europäischen Menschenrechtskonvention, so wie er durch den Europäischen Gerichtshof für Menschenrechte ausgelegt werde, die Meinungsfreiheit und die Freiheit der Meinungsäusserung und seien sie anwendbar auf jede Art von Botschaft, einschliesslich der Werbebotschaften.
Volgens de verzoekende partijen beschermen artikel 19 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zoals geïnterpreteerd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, de vrijheid van mening en van meningsuiting en zijn ze van toepassing op elke soort boodschap, ook commerciële boodschappen.