(a) „Öffentliche Hand“ den Staat, die Gebietskörperschaften, Einrichtungen des öffentlichen Rechts und Verbände, die aus einer oder mehreren dieser Körperschaften oder Einrichtungen des öffentlichen Rechts bestehen, sowie von diesen zum Zwecke der Vergabe öffentlicher Aufträge eingerichtete gemeinsame Beschaffungsstellen.
(a) "overheidsdiensten": de Staat, zijn territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen bestaande uit een of meer van deze lichamen of publiekrechtelijke instellingen, alsmede door deze diensten met het oog op de gunning van overheidsopdrachten opgerichte gemeenschappelijke inkoopdiensten.