1. Drittstaatsangehörige, die über einen gültigen von dem ersten Mitgliedstaat ausgestellten Aufenthaltstitel für konzernintern entsandte Arbeitnehmer verfügen, sind berechtigt, sich in jeder anderen Niederlassung der gleichen Unternehmensgruppe in einem anderen Mitgliedstaat für eine Dauer von bis zu 90 Tagen innerhalb eines Zeitraums von 180 Tagen je Mitgliedstaat vorbehaltlich der in diesem Artikel vorgesehenen Bedingungen aufzuhalten und dort einer Tätigkeit nachzugehen.
1. Onderdanen van derde landen die houder zijn van een door de eerste lidstaat afgegeven geldige vergunning voor een binnen een onderneming overgeplaatste persoon mogen werken en verblijven in elke in enige lidstaat gevestigde entiteit die tot hetzelfde concern behoort, en wel gedurende maximaal 90 dagen in een periode van 180 dagen per lidstaat, overeenkomstig de voorwaarden in dit artikel.