Es obliegt zwar in der Regel den ordentlichen und administrativen Rechtsprechungsorganen, die von ihnen angewandten Gesetzesnormen auszulegen, doch der Gerichtshof hat jene Normen auszulegen, anhand deren er um eine Prüfung gebeten wird, im vorliegenden Fall Artikel 159 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 10, 11 und 13.
Hoewel het in de regel aan de justitiële en administratieve rechtscolleges staat de door hen toegepaste wetskrachtige normen te interpreteren, dient het Hof daarentegen de normen te interpreteren ten aanzien waarvan het wordt verzocht zijn toetsing uit te voeren, te dezen artikel 159 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 10, 11 en 13 ervan.