21. bekräftigt daher seine Überzeugung, dass eine EU-Aufsichtbehörde eingerichtet werden muss, damit die transeuropäischen Finanztransaktionen überwacht werden; betont, dass diese EU-Aufsichtsbehörde die Möglichkeit haben sollte, zusammen mit den Zentralbanken mikro- und makroprudenzielle Informationen zu erfassen und zu analysieren, und dass sie in einer Krisensituation mit systemischen Auswirkungen auf die EU als schnelle Eingreiftruppe agieren sollte;
21. drukt daarom opnieuw de overtuiging uit dat een Europese toezichthoudende instantie moet worden opgericht voor trans-Europese financiële transacties; wijst erop dat deze EU-toezichthouder bij de centrale banken bedrijfseconomische informatie op micro- en macroschaal moet kunnen verzamelen en analyseren en snel moet optreden in crisissituaties met een systeemimpact op de EU;
