Folglich muss der Hof prüfen, ob Artikel 39/82 § 4 Absatz 2 in fine, eingefügt durch den angefochtenen Artikel 185 (in Bezug auf den Antrag in äusserster Dringlichkeit), und Artikel 39/85 Absatz 3 in fine, eingefügt durch den angefochtenen Artikel 189 (in Bezug auf den Antrag auf Anordnung vorläufiger Massnahmen), vernünftig gerechtfertigt sind.
Bijgevolg dient het Hof te onderzoeken of artikel 39/82, § 4, tweede lid, in fine, ingevoegd door het bestreden artikel 185 (wat de vordering bij uiterst dringende noodzakelijkheid betreft) en artikel 39/85, derde lid, in fine, ingevoegd door het bestreden artikel 189 (wat de vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen betreft), in redelijkheid zijn verantwoord.