18. vertritt die Auffassung, dass die Industriepolitik strategische Ziele umfassen sollte, die für die Wettbewerbsfähigkeit von entscheidender Bedeutung sind, wie etwa die Schaffung effizienter und vernetzter Verkehrsinfrastrukturen, ein hochentwickeltes digitales Netzwerk und eine europäische Energiepolitik;
18. is van mening dat het industriebeleid moet voorzien in strategische doelstellingen die van cruciaal belang zijn voor het concurrentievermogen, zoals het opzetten van een efficiënte, geïnterconnecteerde vervoersinfrastructuur, een hoogontwikkeld digitaal netwerk en een Europees energiebeleid;