Vertaling van " ruhetag auferlegt " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

wöchentliche Ruhezeit [ Ruhetag | wöchentlicher Ruhetag ]
wekelijkse rusttijd

Übereinkommen über den wöchentlichen Ruhetag in gewerblichen Betrieben
Verdrag betreffende de toepassing van de wekelijkse rustdag in de industrie

gesetzlich auferlegte Sprache
wettelijk opgelegde taal

allgemeine,vom Staat auferlegte Verpflichtung
algemene door de overheid opgelegde verplichting

auferlegtes Datum
opgelegde datum

Ruhetag
rustdag

zusätzlicher Ruhetag
bijkomende rustdag

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Im Gesetzentwurf wird diese Frage entschieden, indem vorgesehen wird, dass ab dem Augenblick, wo einem bestimmten Beruf ein Ruhetag auferlegt wird, sämtliche Verkaufsräume, in denen dieser Beruf ausgeübt wird, und sei es nur nebenberuflich oder nebensächlich, der Ruhetagsverpflichtung unterliegen, mit dem Vorbehalt, dass eine solche Massnahme für den Unternehmensleiter nie die Verpflichtung mit sich bringen kann, mehr als einen wöchentlichen Ruhetag einzuhalten » (Parl. Dok., Kammer, 1959-1960, Nr. 470/1, S. 5).
Het wetsontwerp bepaalt ter zake dat, zohaast een sluitingsdag voor een bepaald beroep wordt opgelegd, het geheel der verkoopruimten waar dit beroep wordt uitgeoefend, het weze zelfs te bijkomende of ondergeschikte titel, aan de sluitingsverplichting is onderworpen, met het voorbehoud dat een dergelijke maatregel het ondernemingshoofd nooit tot meer dan één sluitingsdag per week kan verplichten » (Parl. St., Kamer, 1959-1960, nr. 470/1, p. 5).

1) Artikel 1 §§ 1, 2 und 3 des Gesetzes vom 22. Juni 1960 zur Einführung des wöchentlichen Ruhetages im Handwerk und Handel verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er erlaubt, dass den Betreibern von Tankstellen und dazugehörenden Läden ein wöchentlicher Ruhetag auferlegt wird, wenn die Verkaufsräume sich ausserhalb des Autobahnbereichs befinden.
1) Artikel 1, §§ 1, 2 en 3, van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, doordat het toestaat een wekelijkse rustdag op te leggen aan de uitbaters van tankstations en bijbehorende winkelruimten, wanneer de verkoopruimte buiten het domein der autosnelwegen is gelegen.

1. Steht Artikel 1 §§ 1, 2 und 3 des Gesetzes vom 22. Juni 1960 zur Einführung des wöchentlichen Ruhetages im Handwerk und Handel in Übereinstimmung mit dem in den Artikeln 10 und 11 der belgischen Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, indem er erlaubt, dass den Tankstellen und den dazugehörigen ' Shops ' ein wöchentlicher Ruhetag auferlegt wird, wenn die Verkaufsräume sich ausserhalb des Autobahnbereichs befinden, wohingegen Artikel 1 § 4 desselben Gesetzes die gleichen Geschäfte von dieser Verpflichtung befreit, wenn die Verkaufsräume sich im Autobahnbereich befinden?
1. Is artikel 1, §§ 1, 2 en 3, van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel verankerd in de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet, in die zin dat het toestaat een wekelijkse rustdag op te leggen aan tankstations en bijbehorende ` shops ' wanneer de verkoopsruimte gelegen is buiten het domein der autosnelwegen, terwijl artikel 1, § 4, van dezelfde wet diezelfde handelszaken van die verplichting vrijstelt wanneer de verkoopsruimte op het domein der autosnelwegen gelegen is ?

Mit den fraglichen Bestimmungen wird dem Einzelhandel ein wöchentlicher Ruhetag auferlegt.
De in het geding zijnde bepalingen leggen een wekelijkse rustdag op aan de kleinhandel.