Um zu gewährleisten, dass die Zusammenarbeit der Union und die Zusammenarbeit der Mitgliedstaaten einander ergänzen und verstärken, sollte, wo immer möglich und zweckmäßig, eine gemeinsame Programmierung vorgesehen werden, wobei auch auf eine geeignete Zusammenarbeit und Koordinierung mit anderen Gebern außerhalb der Europäischen Union geachtet werden sollte .
Om ervoor te zorgen dat de samenwerking van de Unie enerzijds en van de lidstaten anderzijds elkaar aanvullen en versterken, is het wenselijk om waar mogelijk en relevant gezamenlijke programmering toe te passen, en moet daarnaast worden gezorgd voor goede samenwerking en coördinatie met andere niet-EU-donoren .