21. verweist dar
auf, dass der Kampf gegen den Terrorismus die politischen und sozialen Rechte sowie die Menschenrechte der Bürger nicht beeinträchtigen und kein Vorwand dafür sein darf, dass Regierungen in erheblichem Ausmaß repressi
v gegen ihre Bürger vorgehen; betont ferner, dass die Europäische Union am besten zur Verhütung des Terrorismus beitragen kann, indem sie die Fä
higkeit entwickelt, wirksam am Aufbau ...[+++] bzw. Wiederaufbau demokratischer Institutionen, sozialer und ökonomischer Infrastrukturen, einer verantwortungsvollen Staatsführung sowie der Bürgergesellschaft mitzuwirken und Armut, Entfremdung sowie das Risiko eines "Kampfs der Kulturen" effizient zu bekämpfen; 21. herinnert eraan dat de bestrijding van het terrorisme niet ten koste mag gaan van de politieke, sociale en mensenrechten
van de burgers, en geen voorwendsel mag vormen voor steun aan massale repressieve maatregelen van regeringen tegen hun burgers; benadrukt ook dat de grootste bijdrage van de EU tot het voorkomen van internationaal terrorisme zal liggen in haar vermogen om doeltreffend op te treden bij de totstandbrenging
of het herstel van democratische instellingen, een sociale en economische infrastructuur, goed bestuur en ee
...[+++]n maatschappelijk middenveld en het bestrijden van armoede, maatschappelijke vervreemding en het risico van een "botsing der beschavingen";