21. fordert die Mitgliedstaaten auf, einen größeren Teil ihres Haushalts und der Fonds für die regionale Entwicklung für Kultur und das kulturelle Erbe zu verwenden, damit die Regionen attraktiv werden, sich effektiv entwickeln und ihr Potenzial entfalten und ausschöpfen;
21. vraagt de lidstaten een groter deel van hun begroting en van de middelen voor regionale ontwikkeling toe te wijzen aan cultuur en cultureel erfgoed, teneinde regio's aantrekkelijk te maken, hun effectieve en integrale ontwikkeling te bevorderen en hun potentieel te benutten;