Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "dürfen fahrern keine verpflichtung auferlegen " (Duits → Nederlands) :

Die Mitgliedstaaten dürfen den Fahrern keine Verpflichtung auferlegen, Formulare vorzulegen, mit denen die Tätigkeit der Fahrer, sind nicht verpflichtet, tägliche oder wöchentliche Ruhezeiten aufzuzeichnen, wenn während sie sich nicht im Fahrzeug aufhalten, bescheinigt wird.

De lidstaten mogen bestuurders zijn niet verplicht de dagelijkse of wekelijkse rustperioden waarin ze weg geweest zijn van verplichten tot het overleggen van documenten ter staving van hun activiteiten gedurende de tijd dat ze niet bij het voertuig te registreren. zijn .


Die Mitgliedstaaten dürfen den Fahrern keine Verpflichtung auferlegen, Formulare vorzulegen, mit denen die Tätigkeit der Fahrer, während sie sich nicht im Fahrzeug aufhalten, bescheinigt wird.

De lidstaten mogen bestuurders niet verplichten tot het overleggen van documenten ter staving van hun activiteiten gedurende de tijd dat ze niet bij het voertuig zijn.


95. weist darauf hin, dass die Mitgliedstaaten gemäß Artikel 15 Absatz 1 der Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr 2000/31/EG den Anbietern von Durchleitungs-, Speicher- und Hosting-Diensten keine allgemeine Verpflichtung auferlegen dürfen, die von ihnen übertragenen oder gespeicherten Informationen zu überwachen oder aktiv nach Umständen zu forschen, die auf eine rechtswidrige Tätigkeit hinweisen; erinnert insbesondere daran, dass der Gerichtshof der Europäischen Union in seinen Urteilen C‑360/10 und C‑70/10 Maßnahmen der „aktiven Überwachung“ von praktisch al ...[+++]

95. herinnert eraan dat de lidstaten overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG de aanbieders van diensten geen algemene verplichting mogen opleggen om bij het aanbieden van transmissie-, opslag- en hostingdiensten toezicht te houden op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch om actief te gaan zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden; herinnert er in het bijzonder aan dat het Hof van Justitie van de Europese Unie in de arresten C-360/10 en C-70/10 de maatregelen voor "gerichte ...[+++]


32. weist erneut darauf hin, dass die Mitgliedstaaten gemäß Artikel 15 Absatz 1 der Richtlinie 2000/31/EG den Anbietern von Durchleitungs-, Speicher- und Hosting-Diensten keine allgemeine Verpflichtung auferlegen dürfen, die von ihnen übertragenen oder gespeicherten Informationen zu überwachen oder aktiv nach Fakten und Umständen zu fahnden, die auf eine rechtswidrige Tätigkeit hinweisen; erinnert insbesondere daran, dass der Gerichtshof der Europäischen Union in seinen U ...[+++]

32. herinnert eraan dat de lidstaten overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG de aanbieders van diensten geen algemene verplichting mogen opleggen om bij het aanbieden van transmissie-, opslag- en hostingdiensten toezicht te houden op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch om actief te gaan zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden; herinnert er met name aan dat het HvJ-EU in de arresten C-360/10 en C-70/10 de maatregelen voor "gerichte bewaking" van vrijwel alle gebruikers ...[+++]


29. weist erneut darauf hin, dass die Mitgliedstaaten gemäß Artikel 15 Absatz 1 der Richtlinie 2000/31/EG den Anbietern von Durchleitungs-, Speicher- und Hosting-Diensten keine allgemeine Verpflichtung auferlegen dürfen, die von ihnen übertragenen oder gespeicherten Informationen zu überwachen oder aktiv nach Fakten und Umständen zu fahnden, die auf eine rechtswidrige Tätigkeit hinweisen; erinnert insbesondere daran, dass der Gerichtshof der Europäischen Union in seinen U ...[+++]

29. herinnert eraan dat de lidstaten overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG de aanbieders van diensten geen algemene verplichting mogen opleggen om bij het aanbieden van transmissie-, opslag- en hostingdiensten toezicht te houden op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch om actief te gaan zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden; herinnert er met name aan dat het HvJ-EU in de arresten C-360/10 en C-70/10 de maatregelen voor "gerichte bewaking" van vrijwel alle gebruikers ...[+++]


3. Verstößt Artikel 577-2 des Zivilgesetzbuches, insbesondere die §§ 3 und 5 - so wie diese Bestimmung (in ihrem heutigen und damaligen Kontext) seit dem 1. September 2005 anwendbar ist -, insofern er bestimmt oder dahin ausgelegt wird, dass der Miteigentümer, der alleine das ungeteilte Gut gebraucht und den ausschließlichen Nutzen davon gehabt hat, dem anderen Miteigentümer eine Entschädigung im Verhältnis zu seinem Anteil am Ertragswert dieses Gutes schuldet, auch wenn der erstgenannte Miteigentümer keine Schuld daran hat, dass der andere Miteigentümer sein Recht auf Gebrauch und Nutzen nicht in natura ausgeübt hat, und selbst wenn de ...[+++]

3. Schendt artikel 577-2 van het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid de §§ 3 en 5, zoals deze bepaling (in haar huidige en toenmalige context) van toepassing is sinds 1 september 2005, in zoverre het bepaalt of in die zin geïnterpreteerd wordt dat de deelgenoot die alleen het onverdeeld goed heeft gebruikt en het exclusief genot ervan heeft gehad, een vergoeding verschuldigd is aan de andere deelgenoot in verhouding tot hun aandeel in de opbrengstwaarde van dit goed, ook wanneer de eerstgenoemde deelgenoot geen schuld heeft aan de omstandigheid dat de andere deelgenoot zijn recht op genot en gebruik niet in natura heeft uitgeoefend, en zelf ...[+++]


Wenn jedoch davon ausgegangen wird - wie es offenbar in der zweiten präjudiziellen Frage angeführt wird -, dass die Regionen aufgrund von Artikel 9 des Gesetzes vom 12. April 1965 für die private Benutzung des öffentlichen Eigentums zum Zwecke des Transports gasförmiger und anderer Produkte durch Leitungen keine Genehmigungspflicht auferlegen dürfen, würde der föderale Gesetzgeber durch die vorerwähnte Bestimmung die Ausübung der regionalen Zuständigkeit aufgrund des vorerwähnten Artikels 6 § 1 X Absatz 1 Nrn. 1, 2, 4 und 5 des Sonder ...[+++]

Indien er evenwel van wordt uitgegaan - zoals in de tweede prejudiciële vraag lijkt te worden beweerd - dat de gewesten, op grond van artikel 9 van de wet van 12 april 1965, het privatieve gebruik van het openbaar domein voor het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen niet aan een vergunningsplicht zouden mogen onderwerpen, zou de federale wetgever met de voormelde bepaling de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheid op grond van het voormelde artikel 6, § 1, X, eerste lid, 1°, 2°, 4° en 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 onmogelijk maken.


Der Erwägungsgrund als solcher kann jedoch keine Verpflichtung auferlegen, die in den Bestimmungen nicht ausdrücklich festgelegt ist.

De overweging als zodanig kan echter geen verplichting opleggen die niet uitdrukkelijk in de bepalingen is opgenomen.


Wenn jedoch davon ausgegangen wird - wie es offenbar in der dritten präjudiziellen Frage angeführt wird -, dass die Regionen aufgrund von Artikel 97 § 1 des Gesetzes vom 21. März 1991 für die private Benutzung des öffentlichen Eigentums keine Genehmigungspflicht auferlegen dürfen, würde der föderale Gesetzgeber durch die vorerwähnte Bestimmung die Ausübung der regionalen Zuständigkeit aufgrund des vorerwähnten Artikels 6 § 1 X Absatz 1 Nrn. 1, 2, 4 und 5 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 unmöglich machen.

Indien er evenwel van wordt uitgegaan - zoals in de derde prejudiciële vraag lijkt te worden voorgehouden - dat de gewesten, op grond van artikel 97, § 1, van de wet van 21 maart 1991, het privatieve gebruik van het openbaar domein niet aan een vergunningsplicht zouden mogen onderwerpen, zou de federale wetgever met de voormelde bepaling de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheid op grond van het voormelde artikel 6, § 1, X, eerste lid, 1°, 2°, 4° en 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 onmogelijk maken.


« Schaffen die Artikel 2 § 1 Absatz 1 Nr. 2 und Nr. 4 und 7 § 1 des Gesetzes vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf ein Existenzminimum, dahingehend ausgelegt, dass sie einem öffentlichen Sozialhilfezentrum die Verpflichtung auferlegen, das zum erhöhten Satz für Alleinstehende (Artikel 2 § 1 Absatz 1 Nr. 2) einem nur mit einem unterhaltsberechtigten volljährigen Kind zusammenlebenden Elternteil gewährte Existenzminimum ggf. auch von Amts wegen zu streichen und diesem Elternteil das Existenzminimum nur noch zum Satz für Zusammenwohnende (Artikel 2 § 1 Absatz 1 Nr. 4) zu gewähren, eine Diskriminierung im Widerspruch zu den Artike ...[+++]

« Stellen de artikelen 2, § 1, eerste lid, 2° en 4°, en 7, § 1, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, in die zin geïnterpreteerd dat zij aan een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de verplichting opleggen om, zelfs ambtshalve, het recht op het bestaansminimum dat werd toegekend tegen een verhoogd percentage voor alleenstaande (artikel 2, § 1, eerste lid, 2°) aan een ouder die uitsluitend samenleeft met een meerderjarig kind ten laste te schrappen en die ouder alleen nog het bestaansminim ...[+++]


w