(1) Die in den einzelnen Mitgliedstaaten benannte(n) und mit den in Artikel 28 der Richtlinie 95/46/EG genannten Befugnissen ausgestattete(n) nationale(n) Stelle(n) (im Folgenden „nationale Kontrollstellen“) überwachen unabhängig die Rechtmäßigkeit der Verarbeitung personenbezogener Daten durch die IMI-Akteure ihres Mitgliedstaats und gewährleisten insbesondere den Schutz der in diesem Kapitel festgelegten Rechte der betroffenen Personen im Einklang mit dieser Verordnung.
1. De in iedere lidstaat aangewezen nationale toezichthoudende autoriteit of autoriteiten aan wie de in artikel 28 van Richtlijn 95/46/EG bedoelde bevoegdheden zijn toevertrouwd (hierna de „nationale toezichthoudende autoriteit” genoemd), controleren op onafhankelijke wijze de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens door de IMI-actoren van hun lidstaat en waarborgen met name dat de rechten van de betrokkenen zoals neergelegd in dit hoofdstuk, worden beschermd in overeenstemming met deze verordening.