Werden der Kommission zwingende Gründe vorgelegt, kann sie jedoch ihren Ermessenspielraum erneut unter der Bedingung nutzen, dass sie in dem durch den AEUV und die allgemeinen Rechtsgrundsätzen — insbesondere den Gleichbehandlungsgrundsatz, wie er in der Rechtssprechung des Gerichtshofs ausgelegt wurde — vorgegebenen Rahmen handelt (48).
Indien de Commissie dwingende redenen worden voorgelegd, kan zij echter opnieuw gebruikmaken van haar discretionaire bevoegdheid, op voorwaarde dat ze binnen het kader handelt van het VWEU en de algemene rechtsbeginselen - in het bijzonder het beginsel van gelijke behandeling zoals dat in de rechtspraak van het Hof van Justitie werd uitgelegd (48).