8. stellt fest, dass die EU-Vertretungen in Drittstaaten zwar die bestehenden diplomatischen Vertretungen der Mitgliedstaaten ergänzen werden, es aber Möglichkeiten langfristiger Effizienzsteigerungen geben wird, da die künftige EU-Vertretung bei Bedarf konsularische Dienste schrittweise übernehmen könnte;
8. merkt op dat waar de delegaties van de EU in derde landen de bestaande diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten zullen aanvullen, zich mogelijkheden aandienen voor efficiëntiewinst op langere termijn, doordat de toekomstige EU-delegatie indien nodig geleidelijk aan consulaire diensten kan overnemen;