Eisenbahnunternehmen und Infrastrukturbetreiber werden von der Annahme des in Anhang II Kapitel 4 beschriebenen Gemeinschaftsmodells der Zusatzbescheinigung erst dann befreit, wenn die harmonisierten Anforderungen für den Einsatz von Chipkarten festgelegt sind.
Spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders worden niet vrijgesteld van toepassing van het communautair model van het in hoofdstuk 4 van bijlage II beschreven aanvullend bevoegdheidsbewijs totdat de geharmoniseerde eisen voor het gebruik van smartcards zijn vastgesteld.