Vertaling van " vorhergehenden abordnung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Regelung der vorhergehenden Anmeldung
stelsel van voorafgaande aangifte

Abordnung
opdracht

vorhergehenden Vorsitz
voorgaand voorzitterschap

Schlussbilanz des vorhergehenden Geschäftsjahres
eindbalans van het voorafgaande boekjaar

Saldo des vorhergehenden Haushaltsjahres
overschot van het vorige begrotingsjaar

Abordnung der Kommission
delegatie van de Commissie [ afvaardiging van de Commissie ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

(2) Abweichend von Artikel 2 Absatz 4 Buchstabe b muss außer in Ausnahmefällen der Zeitraum zwischen dem Ende der vorhergehenden Abordnung und einer neuen Abordnung, wenn diese durch die Umstände gerechtfertigt ist und im Einvernehmen mit dem Generalsekretär/Hohen Vertreter erfolgt, mindestens drei Jahre betragen.
2. In afwijking van artikel 2, lid 4, onder b), moet, behoudens uitzonderingsgevallen, tussen het einde van de vorige detachering en een nieuwe detachering een periode van ten minste drie jaar zijn verlopen, indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen en met instemming van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.

(2) Abweichend von Artikel 2 Absatz 3 Buchstabe b) muss außer in Ausnahmefällen der Zeitraum zwischen dem Ende der vorhergehenden Abordnung und einer neuen Abordnung, wenn diese durch die Umstände gerechtfertigt ist und im Einvernehmen mit dem Generalsekretär/Hohen Vertreter erfolgt, mindestens drei Jahre betragen.
2. In afwijking van artikel 2, lid 3, onder b), moet, behoudens uitzonderingsgevallen, tussen het einde van de vorige detachering en een nieuwe detachering een periode van ten minste drie jaar zijn verlopen, indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen en met instemming van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.

Aus dem Vorhergehenden ergibt sich, dass die präjudizielle Frage gegenstandslos ist, insoweit sie impliziert, dass Artikel 18 des obengenannten Gesetzes vom 18. März 1838 verboten habe, die Einziehung des Grades vorzunehmen, den die Offiziere des aktiven zeitweiligen Kaders zum Zeitpunkt ihrer Abordnung zur Königlichen Militärschule innehaben.
Uit wat voorafgaat volgt dat de prejudiciële vraag zonder voorwerp is in zoverre zij inhoudt dat artikel 18 van de voormelde wet van 18 maart 1838 zou hebben verboden over te gaan tot de intrekking van de graad die de officieren van het actief tijdelijk kader hebben bij hun detachering naar de Koninklijke Militaire School.