Insofern, als die Klageschrift darauf abzielt, den Hof aufzufordern, das Gesetz vom 26. Mai 2002 über das Recht auf gesellschaftliche Integration « auf andere eventuelle Diskrepanzen zwischen den beiden Landessprachen hin » prüfen zu lassen, um dem Ausdruc
k « leefloon » eine Auslegung in dem von d
er klagenden Partei vorgeschlagenen Sinne zu verleihen, damit verhindert wird, dass das Wort « leefloon » « durch den ebenfalls falschen Ausdruck ' integratietegemoetkoming ' Intergrationsbeihilfe oder andere falsche Bezeichnungen » ersetzt wird, und damit das Wort « leefloon » durch
...[+++] den Ausdruck « integratie-inkomen » ersetzt wird, fällt die Klage nicht in die in Artikel 142 der Verfassung und Artikel 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof definierte Nichtigerklärungszuständigkeit des Hofes.In zoverre het verzoekschrift ertoe strekt het Hof de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie te laten onderzoeken « op andere eventuele discrepanties tussen beide landstalen », om een interpretatie te geven van de term « leefloon », in d
e zin zoals voorgesteld door de verzoekende partij, om te voorkomen dat het woord « leefloon » wordt vervangen « door de eveneens foutieve term ' integratietegemoetkoming ' of andere verkeerde benamingen », en om het woord « leefloon » te vervangen door de term « integratie-inkomen », valt het beroep niet onder de vernietigingsbevoegdheid van het Hof, zoals omschreven in
...[+++]artikel 142 van de Grondwet en artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.