Der Gerichtshof wird ebenfalls zu dem Behandlungsunterschied zwischen der e
rsten Kategorie der vorerwähnten Ehepaare und den Ehepaaren befragt, von denen einer der Partner Einkünfte bezieht, die vertragsgemäß unter Progressionsvorbehalt befreit sind und aus einem Mitgliedsstaat der Europäischen Union stammen, die jedoch nicht den Steuervorteil für Kinder zu Lasten verlören, angesichts des Umstands, dass für sie die Anwendung von Artikel 134 des EStGB 1992 ausgeschlossen werden müsse im Anschluss an das Urteil Imfeld-Garcet des Gerichtshofes der Europäischen Union (C-303/12, 12. Dezember 2013) und des Entscheids des Verfassungsgerichtshof
...[+++]s Nr. 68/2014 vom 24. April 2014.Aan het Hof wordt eveneens een vraag gesteld over het verschil in behandeling dat bestaat tussen de eerste cate
gorie van voormelde echtparen en de echtparen waarvan een echtgenoot inkomsten ontvangt die bij overeenkomst zijn vrijgesteld onder progressievoorbehoud en afkomstig zijn uit een lidstaat van de Europese Unie, maar die het belastingvoordeel voor kinderen ten laste niet verliezen doordat, voor hen, artikel 134 van het WIB 1992 buiten toepassing moet worden gelaten ten gevolge van het arrest Imfeld-Garcet van het Hof van Justitie van de Europese Unie (C-303/12, 12 december 2013) en het arrest van het Hof nr. 68/2014 van 24 april 2
...[+++]014.