Wenn der Verschluss oder die Verstelleinrichtung Teil des Befestigungsbeschlags oder des gemeinsamen Teils eines Dreipunktgurts ist, ist der Verschluss oder die Verstelleinrichtung mit dem Befestigungsbeschlag nach den Vorschriften des Absatzes 7.5.2 zu prüfen; dies gilt nicht für Aufrolleinrichtungen mit einem Umlenkbeschlag oder einer Gurtführung an der oberen Gurtverankerung; in diesem Fall wird eine Zugkraft von 980 daN ausgeübt, und die Länge des nach der Verriegelung noch auf der Spule aufgerollten Gurtbands muss möglichst genau 450 mm, vom Ende des Gurtbands aus gemessen, betragen.
Als de sluiting of het verstelsysteem deel uitmaakt van de bevestiging of van het gemeenschappelijke deel van een driepuntsgordel, wordt de sluiting of het verstelsysteem samen met de bevestiging getest overeenkomstig punt 7.5.2, behalve als het oprolmechanisme voorzien is van een riemgeleider of oprolas aan de gordelbevestiging boven; in dat geval moet de belasting 980 daN bedragen en moet de lengte van het opgerolde deel van de riem gelijk zijn aan de lengte die overblijft als de riem zo dicht mogelijk bij 450 mm van het uiteinde wordt vergrendeld.