19. weist darauf hin, dass der Gerichtshof gemäß den Verträgen für Klagen zuständig ist, die wegen „Verletzung der Verträge oder einer bei seiner Durchführung anzuwendenden Rechtsnorm“ erhoben werden, und dass die Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit gemäß dem Vertrag über die Europäische Union zu diesen Normen gehören; stellt fest, dass sich die gerichtliche Überprüfung der Gültigkeit von Rechtsakten der Union folglich auch auf die Einhaltung dieser Grundsätze erstreckt;
19. wijst erop dat het Hof van Justitie van de Europese Unie op grond van de Verdragen bevoegd is uitspraak te doen inzake ieder beroep wegens „schending van de Verdragen of van enige uitvoeringsregeling daarvan”, en dat de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid krachtens het Verdrag betreffende de Europese Unie tot deze regels behoren; wijst erop dat de rechterlijke toetsing van de geldigheid van de wetgevingsbesluiten van de Unie bijgevolg de naleving van deze beginselen omvat;