Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
über den Jugendschutz

Vertaling van " verfassung insofern sie keiner richterlichen kontrolle " (Duits → Nederlands) :

Der Verfassungsgerichtshof, beschränkte Kammer, zusammengesetzt aus dem Präsidenten J. Spreutels und den referierenden Richtern P. Nihoul und E. Derycke, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 26. Oktober 2015 in Sachen der « Nationale Gesellschaft der Belgischen Eisenbahnen » AG (NGBE) gegen Olivier Baerts, dessen Ausfertigung am 3. November 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Friedensrichter von Vir ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter J. Spreutels en de rechters P. Nihoul en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 oktober 2015 in zake de nv « Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » (NMBS) tegen Olivier Baerts, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 november 2015, heeft de Vrederechter van Virton-Florenville-Etalle, zetel Virton, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de reglementaire bepalingen tot regeling van de algemene verk ...[+++]


« Verstößt die gesetzliche Regelung infolge der Artikel 117 und 118 des Programmgesetzes vom 22 Juni 2012, durch die Artikel 75 des Gesetzes vom 27. Oktober 2006 über die Kontrolle der Einrichtungen der betrieblichen Altersversorgung aufgehoben und gleichzeitig eine Übergangsregelung eingeführt wird, gegen die Artikel 10, 11, 170 und 172 der Verfassung, an sich oder in Ve ...[+++]

« Schendt de wettelijke regeling die het resultaat is van de artikelen 117 en 118 van de programmawet van 22 juni 2012, waarbij artikel 75 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening wordt opgeheven en tegelijk een overgangsregeling wordt ingesteld, de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de beginselen van rechtszekerheid en niet-retroactiviteit van de wet, in zoverre daarbij de volgende categorieën van personen verschillend w ...[+++]


Da sie folglich auf einer falschen Feststellung beruht, bedarf die erste Vorabentscheidungsfrage, insofern der Gerichtshof darin gebeten wird, über die Einhaltung der Artikel 10 und 11 der Verfassung zu befinden, keiner Antwort.

Aangezien zij bijgevolg op een verkeerde vaststelling berust, behoeft de eerste prejudiciële vraag, in zoverre het Hof erin wordt verzocht zich uit te spreken over de inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, geen antwoord.


Moerman, E. Derycke und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In zwei Entscheiden vom 17. Dezember 2014 in Sachen der « Les Sittelles » AG gegen den belgischen Staat - FÖD Finanzen -, deren Ausfertigungen am 7. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: 1. Im ersten Entscheid: « Verstößt Artikel 75 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Bestimmungen der Artikel 10, 11 un ...[+++]

Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten van 17 december 2014 in zake de nv « Les Sittelles » tegen de Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 januari 2015, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. In het eerste arrest : « Schendt artikel 75, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een vennootschap die beantwoordt aan de criteria van een k ...[+++]


». 2. Im zweiten Entscheid: « Verstößt Artikel 75 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Bestimmungen der Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern er dazu führt, dass eine Gesellschaft, die den Kriterien eines KMB im Sinne von Artikel 201 Absatz 1 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches entspricht und die wegen der Ausübung ihres Haupt- oder Nebengesellschaftszwecks die Nutzung des von ihr erworbenen Anlagevermögens an eine ...[+++]

»; 2. In het tweede arrest : « Schendt artikel 75, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een vennootschap die beantwoordt aan de criteria van een kmo in de zin van artikel 201, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en die, wegens de uitoefening van haar voornaamste of bijkomend maatschappelijk doel, het gebruik van de door haar verkregen vaste activa overdraagt aan een vennootschap die niet aan de criteria van een kmo beantwoordt, uitsluitend wegens die participatie, maar waarop zij, gelet op haar particip ...[+++]


4. Verstößt Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, Artikel 151 § 1 der Verfassung und den Artikeln 33 bis 40 der Verfassung, insofern dadurch die Staatsanwaltschaft die Zuständigkeit hat, bei Erfüllung der materiellen Anwendungsbedingungen von Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches frei zu wählen, welchen Rechtsunterworfenen, d ...[+++]

4. Schendt artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 14, § 1 IVPBR, artikel 6 EVRM, artikel 151, § 1 van de Grondwet alsook artikelen 33 tot 40 van de Grondwet, in zoverre hierdoor het openbaar ministerie de bevoegdheid heeft om, indien aan de materiële toepassingsvoorwaarden van artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering is voldaan, vrij te kiezen welke rechtsonderhorigen, die desgevallend hun bereidheid te kennen gaven de aan een ander veroorzaakt ...[+++]


Indem die angefochtene Bestimmung die richterliche Kontrolle durch den erkennenden Richter über die Kontraventionalisierung eines Vergehens bei einer direkten Ladung durch die Staatsanwaltschaft ausschließt, während die Korrektionalisierung bei einer direkten Ladung durch die Staatsanwaltschaft wohl der richterlichen Aufsicht durch den erkennenden Richter unterliegt, ist sie nicht vereinbar mit den Artikeln 10 u ...[+++]

Doordat de bestreden bepaling het rechterlijk toezicht door de vonnisrechter op de contraventionalisering bij rechtstreekse dagvaarding door het openbaar ministerie uitsluit, terwijl de correctionalisering bij rechtstreekse dagvaarding door het openbaar ministerie wel aan het rechterlijk toezicht door de vonnisrechter is onderworpen, is zij niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Insofern die angefochtene Bestimmung es ermöglicht, dass die Staatsanwaltschaft, bloß aufgrund des Kriteriums der mildernden Umstände, dem Korrektionalgericht ein Vergehen entzieht und dieses dem Polizeigericht unterbreitet, ohne dass ein Untersuchungsgericht oder ein erkennendes Gericht eine Kontrolle darüber ausüben kann, ist sie nicht vereinbar mit Artikel 13 der Verfassung.

In zoverre de bestreden bepaling het mogelijk maakt dat het openbaar ministerie, louter op grond van het criterium van de verzachtende omstandigheden, een wanbedrijf onttrekt aan de correctionele rechtbank en het brengt voor de politierechtbank, zonder dat een onderzoeksgerecht of een vonnisgerecht daarop controle kan uitoefenen, is zij niet bestaanbaar met artikel 13 van de Grondwet.


Im dritten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, die angefochtenen Bestimmungen verstiessen gegen die Artikel 10, 11, 13 und 151 § 1 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und polische Rechte, insofern gegen die Beschlüsse über die Bewertung kein Einspruch möglich sei und sie keiner richterlichen Kontrolle ...[+++]

In het derde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen de artikelen 10, 11, 13 en 151, § 1, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, schenden in zoverre geen beroep kan worden ingesteld tegen de beslissingen betreffende de evaluatie en die beslissingen niet aan een rechterlijke controle zijn onderworpen, terwijl zij de loopbaan beïnvloeden van de magistraat op wie zij betrekking hebbe ...[+++]


2. « Verstossen Artikel 62 des Gesetzes vom 8. April 1965 [über den Jugendschutz] in der durch das Gesetz vom 2. Februar 1994 abgeänderten Fassung, insofern er bestimmt, dass unter Vorbehalt von Abweichungen die Gesetzesbestimmungen bezüglich des Zivilverfahrens für die in Artikel 63ter Absatz 1 Buchstabe b) erwähnten Verfahren gelten, und die Artikel 63ter Absatz 1 Buchstabe b) und Absatz 2 und 63bis § 1 des Gesetzes vom 8. April 1965 in Verbindung mit den Artikeln 8 und 12 der Europäischen Menschenrechtskonvention, den Artikeln 9, 12 und 16 des internationalen Ubereinkommens über die Rechte des Kindes, Artikel 22 der ...[+++]

2. « Schenden artikel 62 van de wet van 8 april 1965 [betreffende de jeugdbescherming], gewijzigd bij de wet van 2 februari 1994, in zoverre het bepaalt dat, behoudens afwijking, de wetsbepalingen inzake burgerlijke rechtspleging gelden voor de in artikel 63ter, eerste lid, b) bedoelde procedures, en de artikelen 63ter, eerste lid, b), en tweede lid, en 63bis, § 1, van de wet van 8 april 1965, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 12 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, met de artikelen 9, 12 en 16 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, met artikel 22 van de Grondwet, met de artikelen 54bis, ...[+++]


w