« Verstossen die Artikel 159 und 191 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Ar
tikel 10 und 11 der Verfassung, indem aus diesen Ar
tikeln folgt, dass der Beschuldigte, der vor der Anklagekammer, die in Anwendung der Artikel 136, 136bis, 235 und 235bis des Strafprozessgesetzbuches entscheidet, eine Schadensersatzklage gegen die Zivilpartei erheben kann,
indem er geltend macht, dass deren Klage unzulässig sei und auf schikanöse und leichtfertige Art eingelegt worden sei, während die Zivilpartei ei
...[+++]ne ähnliche Klage nicht erheben kann, wenn der Beschuldigte vor demselben Gericht auf schikanöse und leichtfertige Art einen Klagegrund vorbringt oder ein Rechtsmittel einlegt?« Schenden de artikelen 159 en 191 Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat
uit deze artikelen volgt dat de inverdenkinggestelde die voor de kamer van inbeschuldigingstelling, welke
uitspraak doet met toepassing van de artikelen 136, 136bis, 235 en 235bis Wetboek van Strafvordering, een vordering tot schadevergoeding tegen de burgerlijke partij kan instellen op grond dat de klacht van deze laatste niet ontvankelijk alsmede tergend en roekeloos is, terwijl de burgerlijke partij dergelijke vorderin
...[+++]g niet kan instellen wanneer de inverdenkinggestelde voor datzelfde gerecht een tergend en roekeloos middel of rechtsmiddel aanwendt ?