Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Diathese
Einhaltung der Verfassung sicherstellen
Erklärung zur Revision der Verfassung
Europäische Verfassung
Revision der Verfassung
Verfassung
Verfassung der IAO
Verfassung der Internationalen Arbeitsorganisation
Verfassungsgesetz
Verfassungsvertrag
Vertrag über eine Verfassung für Europa

Vertaling van " verfassung einzuleiten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Europäische Verfassung [ Verfassungsvertrag | Vertrag über eine Verfassung für Europa ]

Europese Grondwet [ Constitutioneel Verdrag | Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa ]


Verfassung der IAO | Verfassung der Internationalen Arbeitsorganisation

Statuut van de IAO | Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie


der Rat ermaechtigt die Kommission,die Verhandlungen einzuleiten

de Raad machtigt de Commissie de onderhandelingen te openen


Einhaltung der Verfassung sicherstellen

naleving van de grondwet verzekeren | ervoor zorgen dat de grondwet wordt nageleefd | naleving van de grondwet garanderen


Verfassung [ Verfassungsgesetz ]

grondwet [ constitutionele wet ]


nach Maßgabe der in ihrer Verfassung vorgesehenen Verfahren

overeenkomstig hun onderscheidene grondwettelijke procedures | overeenkomstig hun onderscheidene staatsrechtelijke procedures




Erklärung zur Revision der Verfassung

verklaring tot herziening van de Grondwet




Diathese | Verfassung

diathese | vatbaarheid voor een ziekte
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
« Verstößt Artikel 335 § 3 des Zivilgesetzbuches in der Fassung vor seiner Abänderung durch das Gesetz vom 8. Mai 2014 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine Diskriminierung einführt zwischen dem minderjährigen Kind, dessen Abstammung väterlicherseits nach der Abstammung mütterlicherseits festgestellt wird, das auf Veranlassung seiner Eltern mittels einer beim Standesbeamten abgegebenen Erklärung den Namen seines Vaters tragen kann, und dem volljährigen Kind, das nicht über diese Möglichkeit verfügt und gegebenenfalls dazu verpflichtet wäre, ein Verwaltungsverfahren vor dem Minister der Justiz ...[+++]

« Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, zoals het is opgesteld vóór de wijziging ervan bij de wet van 8 mei 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een discriminatie invoert tussen het minderjarig kind wiens afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde en dat, na het optreden van zijn ouders, de naam van zijn vader zal kunnen dragen middels een verklaring aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, en het meerderjarig kind dat die mogelijkheid niet geniet en eventueel ertoe gedwongen zou zijn een administratieve procedure voor de minister van Justitie in te stellen, zo ...[+++]


Mit der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 335 § 3 des Zivilgesetzbuches in der vor seiner Ersetzung durch das Gesetz vom 8. Mai 2014 geltenden Fassung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äußern, insofern diese Bestimmung einen ungerechtfertigten Behandlungsunterschied zwischen dem minderjährigen Kind, dessen Abstammung väterlicherseits nach der Abstammung mütterlicherseits festgestellt wird, « das auf Veranlassung seiner Eltern mittels einer beim Standesbeamten abgegebenen Erklärung den Namen seines Vaters tragen kann », und dem volljährigen Kind, « das nicht über diese Mög ...[+++]

In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, in de versie vóór de vervanging ervan bij de wet van 8 mei 2014, in zoverre die bepaling een onverantwoord verschil in behandeling zou invoeren tussen het minderjarig kind wiens afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde en « dat, na het optreden van zijn ouders, de naam van zijn vader zal kunnen dragen middels een verklaring aan de ambtenaar van de burgerlijke stand » en het meerderjarig kind « dat die mogelijkheid ni ...[+++]


« Verstößt Artikel 4 § 1 des Gesetzes vom 15. Juni 1935 über den Sprachengebrauch in Gerichtsangelegenheiten gegen die Artikel 10, 11 oder 30 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem er einem Arbeitgeber, der einen französischsprachigen Arbeitnehmer in einer Gemeinde der Brüsseler Agglomeration beschäftigt und der gemäß Artikel 52 § 1 Absatz 2 der koordinierten Gesetze vom 18. Juli 1966 über den Sprachengebrauch in Verwaltungsangelegenheiten in den Arbeitsbeziehungen die französische Sprache verwendet hat, dazu verpflichtet, das Gerich ...[+++]

« Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken de artikelen 10, 11 of 30 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het aan een werkgever, die een Franstalige werknemer in een gemeente van de Brusselse agglomeratie tewerkstelt en die, overeenkomstig artikel 52, § 1, tweede lid, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, het Frans in de arbeidsverhoudingen heeft gebruikt, de verplichting oplegt om de gerechtelijke procedure die hij tegen die werknemer instelt in het kader van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzonde ...[+++]


« Verstoßen die Artikel 848 bis 850 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie nicht vor den Strafgerichten anwendbar sind, auch wenn diese sich darauf beschränken, über die Zivilklage zu befinden, und es somit dem Angeklagten nicht ermöglichen, ein Verfahren auf Widerruf einer Prozesshandlung vor dem ordnungsmäßig mit der Zivilklage befassten Strafgericht gegen seinen früheren Beistand, den er nicht mit seiner Vertretung beauftragt haben soll, einzuleiten, während er einen Antrag auf Widerruf einer ...[+++]

« Schenden de artikelen 848 tot 850 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij niet van toepassing zijn voor de strafgerechten, zelfs wanneer zij zich ertoe beperken uitspraak te doen over de burgerlijke vordering, en de beklaagde dus niet de mogelijkheid bieden om voor het strafgerecht waarbij de burgerlijke vordering op regelmatige wijze aanhangig is gemaakt, een procedure tot ontkentenis in te stellen tegen zijn vorige raadsman van wie hij zegt dat hij hem niet ertoe gemachtigd heeft hem te vertegenwoordigen, terwijl indien de burgerlijke vordering voor een burgerlijk rechtscollege was ingesteld, ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Zwar ist für die Minister der Generalprokurator beim Appellationshof alleine befugt, die Strafverfolgung einzuleiten, wird die gerichtliche Untersuchung durch einen Magistrat geführt, der durch den Ersten Präsidenten des zuständigen Appellationshofes bestimmt wird, und ist alleine der Appellationshof befugt, in erster und letzter Instanz über die Minister zu urteilen (Artikel 103 Absatz 4 und 125 Absatz 4 der Verfassung und die Artikel 3 und 4 des ordentlichen Gesetzes und des Sondergesetzes vom 25. Juni 1998).

Weliswaar wordt ook voor de ministers aan de procureur-generaal bij het hof van beroep de bevoegdheid voorbehouden om de strafvordering op gang te brengen, wordt het gerechtelijk onderzoek gevoerd door een magistraat die wordt aangewezen door de eerste voorzitter van het bevoegde hof van beroep en is uitsluitend dat hof van beroep bevoegd om de ministers in eerste en laatste aanleg te berechten (artikelen 103, vierde lid en 125, vierde lid, van de Grondwet en artikelen 3 en 4 van de gewone en bijzondere wet van 25 juni 1998).


H. und S. B., dessen Ausfertigung am 4. April 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat des Gerichts erster Instanz Lüttich, Abteilung Lüttich, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 335 § 3 des Zivilgesetzbuches in der Fassung vor seiner Abänderung durch das Gesetz vom 8. Mai 2014 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine Diskriminierung einführt zwischen dem minderjährigen Kind, dessen Abstammung väterlicherseits nach der Abstammung mütterlicherseits festgestellt wird, das auf Veranlassung seiner Eltern mittels einer beim Standesbeamten abgegebenen Erklärung den Namen seines Vat ...[+++]

H. en S. B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 april 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, zoals het is opgesteld vóór de wijziging ervan bij de wet van 8 mei 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een discriminatie invoert tussen het minderjarig kind wiens afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde en dat, na het optreden van zijn ouders, de naam van zijn vader zal kunnen dragen middels een verklaring aan de ambtenaar van de burge ...[+++]


Sie begrüßt, dass die Regierung Sudans zugesagt hat, einen alle Seiten einschließenden nationalen Prozess zur Überarbeitung der Verfassung einzuleiten, in dessen Rahmen ein umfassender Dialog mit allen politischen Kräften und Sektoren der sudanesischen Gesellschaft, auch in den Rand­re­gionen, stattfinden sollte.

Zij is ingenomen met de toezegging van de regering van Sudan om een inclusief nationaal grondwetsherzieningsproces uit te voeren dat een alomvattende dialoog met alle politieke stromingen en sectoren van de Sudanese samenleving moet omvatten, ook met die in de perifere gebieden.


« Verstößt Artikel 4 § 1 Absatz 2 des Gesetzes vom 15. Juni 1935 über den Sprachengebrauch in Gerichtsangelegenheiten gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem er dahingehend ausgelegt wird, dass er einen Rechtsuchenden, der Partei ist in einem Schiedsverfahren, das in Brüssel in französischer Sprache geführt wird, der die niederländische Sprache nicht beherrscht, und dem gegenüber der Schiedsrichter, der seinen Wohnsitz im niederländischen Sprachgebiet hat, der aber von einer Schiedskammer mit Sitz in Brüssel ...[+++]

« Schendt artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in die zin geïnterpreteerd dat het een rechtzoekende, partij bij een arbitrageprocedure in Brussel, in het Frans, die het Nederlands niet beheerst en ten aanzien van wie de arbiter, wiens woonplaats in het Nederlandse taalgebied is gelegen, maar die afhangt van een arbitragekamer waarvan de zetel zich in Brussel bevindt en waar hij zijn hoorzittingen ...[+++]


Der Gerichtshof hat ebenfalls erkannt, dass die fragliche Bestimmung gegen die Artikel 10, 11 und 30 der Verfassung verstößt, indem sie es einem Arbeitnehmer, dessen Leistungen mit einem im zweisprachigen Gebiet Brüssel-Hauptstadt gelegenen Betriebssitz verbunden sind und der Opfer eines Arbeitsunfalls ist, nicht ermöglicht, seine Klage gegen den von seinem Arbeitgeber gewählten gesetzlichen Versicherer in der Sprache einzuleiten und fortzuführen, in der dieser gesetzliche Versicherer sich kraft der Artikel 41 § 1, 42 und 46 § 1 der k ...[+++]

Het Hof oordeelde eveneens dat de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet schendt doordat die bepaling het een werknemer wiens prestaties zijn verbonden aan een exploitatiezetel gelegen op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en die het slachtoffer van een arbeidsongeval is, niet mogelijk maakt zijn vordering tegen de door zijn werkgever gekozen wetsverzekeraar in te stellen en voort te zetten in de taal waarin die wetsverzekeraar zich krachtens de artikelen 41, § 1, 42 en 46, § 1, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken tot hem dien ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 98/2010 vom 16. September 2010 hat der Gerichtshof erkannt, dass die fragliche Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, wenn sie dahingehend ausgelegt wird, dass sie es einem Arbeitnehmer, dessen Leistungen mit einem im zweisprachigen Gebiet Brüssel-Hauptstadt gelegenen Betriebssitz verbunden sind, nicht ermöglicht, seine Klage gegen seinen Arbeitgeber in der Sprache einzuleiten und fortzuführen, in der Letzterer sich kraft Artikel 52 § 1 der koordinierten Gesetze vom 18. Juli 1966 über ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 98/2010 van 16 september 2010 heeft het Hof geoordeeld dat de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt indien zij in die zin wordt geïnterpreteerd dat zij het een werknemer wiens prestaties zijn verbonden aan een exploitatiezetel gelegen op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, niet mogelijk maakt zijn vordering tegen zijn werkgever in te stellen en voort te zetten in de taal waarin deze laatste zich krachtens artikel 52, § 1, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken tot hem dient te richten.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' verfassung einzuleiten' ->

Date index: 2024-01-09
w