Aufgrund von Artikel 26 § 1 Nr. 3 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 in der durch das Sondergesetz vom 9. März 2003 abgeänderten Fassung ist der Hof befugt, im Wege der Vorabentscheidung über Fragen bezüglich des Verstosses, unter anderem eines Gesetzes, gegen die Artikel von Titel II der Verfassung, darunter Artikel 23, zu befinden.
Krachtens artikel 26, § 1, 3°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, zoals het werd gewijzigd bij de bijzondere wet van 9 maart 2003, is het Hof bevoegd om, bij wijze van prejudiciële beslissing, uitspraak te doen op vragen omtrent de schending, onder meer door een wet, van de artikelen van titel II van de Grondwet, waaronder artikel 23.