5. ist der Ansicht, dass die vorhandenen Ungleichheiten zwischen den Vorschriften über den Zugang zur Staatsbürgerschaft in den Mitgliedstaaten, von
der der Erwerb der Unionsbürgerschaft abhängig ist, eine Quelle von Diskriminierungen zwischen aufenthaltsberechtigten Drittstaatsangehörigen oder Staatenlosen je nach dem Mitgliedstaat ihres Wohnsitzes
darstellen können; vertraut unbeschadet der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten für diesen Bereich darauf, dass diese alle potenziellen Quellen von Diskriminierungen beseitigen werden, und
...[+++]fordert die Kommission eindringlich auf, die ihr zur Verfügung stehenden Gemeinschaftsinstrumente zu nutzen, um sicherzustellen, dass die gemeinschaftlichen Antidiskriminierungsvorschriften ordnungsgemäß umgesetzt werden; 5. is van mening dat de bestaande verschillen tussen de bepalingen over de toegang tot nationaliteit in de lidstaten, waar de verwerving van het Europees burgerschap van afhangt, een bron van discriminatie kan vormen voor inwoners van derde landen of staatlozen, afhankelijk van hun lidst
aat van vestiging; verwacht, onverminderd de competentie van de lidstaten op dit gebied, dat deze alle mogelijke bronnen van discriminatie zullen wegnemen en dringt er bij de Commissie op aan dat zij de Gemeenschapsinstrumenten die tot haar beschikking staan gebruikt om te waarborgen dat de Europese antidiscriminatiewetgeving ook ten uitvoer wordt gelegd
...[+++];